Komkommertijd 2016 bleek net als in voorgaande jaren hét ideale moment om de zorgnota weer eens te agenderen. Hierbij mijn jaarlijkse bijdrage, met de opmerking dat deze in 2017 zo weer gebruikt mag worden.
Zorgverzekeraar CZ – wie anders – publiceert hartje zomer als eerste de prijslijst van ziekenhuisbehandelingen. De timing is prachtig en het resultaat net zo: reacties alom. Zélfs de Autoriteit Consument & Markt, die het vooraf openbaar maken van behandelprijzen als doodzonde beschouwt en er niet voor terugdeinst flinke boetes uit te delen, juicht het achteraf openbaar maken van de tarieven toe.
Gelukkig was niet iedereen op vakantie en verscheen er op 9 augustus een verstandig geluid bij monde van gezondheidseconomen Wim Groot en Henriette Maassen van den Brink. De strekking van hun blog op Zorgvisie is: De prijslijst op de website van CZ dekt naar schatting slechts 0.6 procent van alle behandelingen. Volgens de ACM is de openbaarmaking van prijzen een groot goed voor consumenten – terwijl het maar om een klein deel van de behandelingen gaat. En de Consumentenbond vindt het belangrijke keuze-informatie want de consument betaalt een flink percentage van ziekenhuisbehandelingen zelf via het eigen risico – maar dat is minder dan 1 procent van alle ziekenhuisbehandelingen.
Prijsafspraken
Het gaat dus maar om een heel klein percentage van alle behandelingen! Daarnaast wordt in de discussie de suggestie gewekt dat alle zorg op productniveau wordt ingekocht. Maar zorgverzekeraars kopen voor het grootste deel op totaalniveau in: men spreekt eerst een maximumbedrag af dat een ziekenhuis bij de verzekeraar mag declareren voor geleverde zorg. Daarna worden voor de afzonderlijke behandelingen prijsafspraken gemaakt. De vraag is waarom een zorgverzekeraar als CZ tegen verschillende tarieven dezelfde zorg inkoopt bij verschillende ziekenhuizen. Zorgverzekeraars hebben in tegenstelling tot ziekenhuizen op voorhand inzage in de prijsafspraken die ze maken met verschillende zorgaanbieders.
Natuurlijk zijn er verbeteringen mogelijk. En ja, ziekenhuizen moeten hun kostprijzen op orde hebben. Maar zorg is geen consumentenaankoop. Een vergelijking zoals de Consumentenbond deze maakt als zij magnetrons of telefoontoestellen test en waaruit dan het predikaat de ‘beste koop’ komt, gaat niet op voor medisch specialistische zorg. In de spreekkamer wordt pas duidelijk welk prijskaartje er bij een behandeling hoort, zodra er een diagnose is gesteld. Daarvoor is de patiënt al een of meerdere keren bij de dokter geweest en is er al een onderzoek gestart. Tijdens een onderzoekstraject overstappen naar een andere aanbieder, is weinig realistisch. Is er een diagnose, dan nog kan blijken dat er extra kosten bij komen wanneer er complicaties ontstaan.
Trompetgeschal
De tarieven die onder trompetgeschal openbaar gemaakt zijn, hebben slechts betrekking op een zeer beperkt aantal behandelingen die vallen binnen het eigen risico. Nu komen we bij de vraag: wat is relevant voor de patiënt om te weten? Het antwoord is natuurlijk: wat gaat er wanneer van mijn eigen risico af? Voor noodzakelijke, al dan niet acute zorg geldt eigenlijk altijd dat het eigen risico daaraan volledig op gaat. De momenten dat je als patiënt gaat ‘shoppen’ bij welk ziekenhuis je een specifieke behandeling laat doen en de kosten meewegen in je beslissing, zijn zeldzaam.
Dus voordat we nu besluiten meer tijd en energie te gaan steken in de openbaarmaking van de tarievenadministratie, gaan wij liever verder met het transparant maken van de kwaliteit van zorg. Als NVZ zijn we bezig via het Kwaliteitsvenster aandoeningsspecifieke informatie toegankelijk te maken: informatie die iets zegt over de uitkomsten van behandelingen in ziekenhuizen. En wat betreft de zorgtarieven herhaal ik hierbij het pleidooi dat wij, samen met de koepel van zorgverzekeraars nota bene, al jaren houden: koppel het eigen risico los van de ziekenhuisprijzen, spreek vaste bedragen af voor bepaalde handelingen zodat de patiënt altijd weet welk bedrag er deze keer van het eigen risico afgaat.
Om het geheugen op te frissen: in de zomer van 2014 schreef Pieter Hasekamp dit over declaraties van ziekenhuizen. In de zomer van 2015 schreef ik dit verhaal.
Directeur van de NVZ