Instellingen, bestuur maar ook raden van toezicht hebben met intensieve toezichthouderij te maken, intern en extern. De manoeuvreerruimte wordt steeds beperkter.
Maatschappij en politiek houden zich steeds intensiever bezig met zorginstellingen, met meer regelgeving tot gevolg. De IGZ en de NZa treden steeds prominenter op. En als die het niet voldoende doen, moet de politiek er op letten. Die reageert meestal op incidenten, zoals recent de prijs van het wassen van de eigen dekbedden van verpleeghuisbewoners. En men richt zich op bestuurders die kwaliteit laten verslonzen (zie onlangs de IGZ-lijst van elf VVT-instellingen) en bovendien teveel verdienen.
De raad van toezicht (rvt) is het hoogste orgaan, dus vindt de politiek dat raden van toezicht daar wat aan moeten doen. De staatssecretaris van VWS doet het voor: ‘zo nodig moeten bestuurders worden weggestuurd’. De zorg verandert en daarmee ook de rol van de interne toezichthouders. Dat vinden deze zelf en de beroepsorganisatie de NVTZ trouwens ook. De rvt richt zich niet meer alleen of het functioneren van de raad van bestuur (rvb), maar wordt geacht met alle belangen van alle in- en externe stakeholders rekening te houden. Overigens niet stapelen, maar wel goed afwegen.
Kennis van de werkvloer
Meer werk aan de winkel derhalve, niet meer alleen zes keer per jaar vergaderen. De rvt heeft commissies op het gebied van governance, financiën, kwaliteit van zorg en risico management. Er is een toename van het aantal overleggen in de organisatie zoals met de Patiënten Advies Raad, de Cliëntenraad, het MT, de medische staf, de OR. Van de rvt wordt verwacht dat deze kennis heeft van wat zich op de werkvloer voordoet. Dat betekent werkbezoeken afleggen.
Wat vindt de raad van toezicht in een ziekenhuis van de 2000 externe eisen van IGZ, brandweer, Arbeidsinspectie, zorgverzekeraars en andere instanties die jaarlijks worden gesteld? Uit recent onderzoek van Berenschot blijkt dat medewerkers in de zorg 30 procent van hun tijd kwijt zijn aan administratie. Zelf vinden zij 15 procent genoeg. Wat vindt de rvt daarvan?
Governance
In 1999 bracht de commissie Health Care Governance haar aanbevelingen voor Goede Governance in de Gezondheidszorg uit. Sindsdien is er veel wet- en regelgeving gepubliceerd hoe het bestuur en de rvt zich moeten gedragen. Het aantal onderzoeken en vooral het aantal normatieve opvattingen over wat de rvt en de rvb moeten doen, is bijna niet meer te overzien. Ieder incident leidt tot de roep vanuit de Tweede Kamer om meer regels en maatregelen. Er wordt momenteel gewerkt aan de vierde versie van de Governance Code. De verwachting is dat in 2018 er een verplichte accreditatie van toezichthouders in de zorg komt.
De rvt mag dan wel het hoogste orgaan in een zorgorganisatie zijn, ingrijpen kan de facto alleen via het aantrekken of ontslaan van bestuurders. Of zelf opstappen. Als de rvt te laat of niet ingrijpt, dan komt de omgeving in opstand. Recente voorbeelden zijn de gehandicaptenorganisaties Vanboeijen en Daelzicht of Diafaan, waarbij de OR en Cliëntenraden het vertrouwen in de rvt opzegden. De rvt-voorzitter van de Gelderhorst wordt door de Ondernemingskamer op non-actief gezet en benoemt een interim voorzitter met doorslaggevende bevoegdheden. De overheid heeft erkend dat de functie zwaarder en risicovoller is geworden. In de WNT-2 is de honorering van de bestuurder (wederom) verlaagd, maar die van de toezichthouder verhoogd van 10 naar 15 procent van het bestuurdershonorarium voor de voorzitter en van 5 naar 10 procent voor een lid.
Toezichthouden is bijblijven
In deze (vaak hijgerige) complexiteit moeten toezichthouders hun werk doen. Dat moeten professionals zijn, die alles doen wat hierboven staat beschreven. En ook nadenken over de vraag wat is goed toezicht is, jaarlijks evalueren, verantwoording afleggen en professionaliseren. Want toezichthouden is bijblijven. De Raad van Toezicht (maar ook instelling en Raad van Bestuur) zijn onderdeel geworden van ‘intensieve toezichthouderij’. Met steeds minder manoeuvreerruimte. De intensieve veehouderij heeft geleid tot de vraag hoe lang dat verder kon gaan. In de intensieve toezichthouderij in de zorg komen we aan die vraag toe.
Zelfstandig interim-bestuurder, toezichthouder en coach