Professor Luc de Witte betoogde onlangs in het Financieele Dagblad dat machtiger patiënten innovaties kunnen versnellen. Het is echter te gemakkelijk om te stellen dat innovatie vanzelf gaat als patiënten meer invloed hebben op investeringsbeslissingen.
Al jaren meten we via de eHealth-monitor dat de helft van de Nederlanders graag beschikt over zijn eigen medisch dossier, maar dat bijna niemand dit in de praktijk heeft. Zo blijkt uit de monitor van 2015 dat maar 1 procent van de patiënten zijn medische gegevens bij de huisarts via internet heeft ingezien. Terwijl 17 procent van de huisartsen zegt dat ze elektronisch inzage geven in voorgeschreven medicatie. Weliswaar bieden lang niet alle zorgaanbieders inzage aan, maar veel patiënten weten het ook niet als er wel inzage mogelijk is.
Wel zien we dat zorginstellingen fors investeren in patiëntportalen. Uit het Nictiz onderzoek naar ziekenhuisportalen blijkt dat inmiddels een kwart van de ziekenhuizen patiënten inzicht geeft in hun gegevens. Daar is duidelijk een inhaalslag gaande.
Uit een eerste evaluatie van het portaal van UMC Utrecht blijkt echter dat patiënten hier maar beperkt gebruik van maken. Het lijkt erop dat de behoefte van patiënten niet zo groot is dat ze er echt naar vragen of naar op zoek gaan. Ik krijg vaak te horen van huisartsen en medisch specialisten: “Weet je wel zeker dat patiënten hun gegevens willen? Wij horen dat nooit.”
Match tussen vraag en aanbod
De conclusie ligt voor de hand dat patiënten niet echt behoefte hebben aan inzage, maar dit is te gemakkelijk. Het is eerder de vraag of er een goede match is tussen vraag en aanbod. Er zijn veel producten die een breed scala aan functies bieden, zoals online afspraken inplannen en medicatie aanvragen. Maar de mogelijkheid om zelf gegevens van eigen vitale functies (van bijvoorbeeld zelfmeetapparaten) toe te voegen, of om vragen te stellen aan je arts is beperkt.
Daarnaast hebben de meeste chronische patiënten te maken met meerdere zorgaanbieders, ieder met eigen portalen. Patiënten moeten maar zien hoe ze gegevens uit die portalen samenvoegen tot één overzichtelijk digitaal dossier.
Kortom: er is wel aanbod in Nederland, maar dat aanbod is nog onvoldoende aantrekkelijk om patiënten grootschalig enthousiast te maken. Dat betekent niet dat alle investeringen in portalen nu verkeerd zijn. Portalen geven veel nuttige informatie en bieden mogelijkheid om te leren wat patiënten én zorgverleners nodig hebben om hun interactie en daarmee het zorgproces te verbeteren.
Gelijkwaardiger positie
In Nederland staan we aan het begin van het proces om patiënten een gelijkwaardiger positie in het zorgproces te geven. Zorgportalen hebben in het zorgproces nog geen serieuze functie. Veruit de meeste afspraken worden telefonisch gemaakt, en van de patiënt wordt niet verwacht dat hij zijn bezoek aan een arts voorbereidt door zijn dossier te bekijken en vooraf anamnese-vragenlijsten invult.
Hoe anders is dat bij de Amerikaanse non-profitorganisatie Kaiser Permanente. Deze zorgaanbieder en verzekeraar werkt sinds 2003 met interactieve patiëntwebsites. Geleidelijk zijn die een structurele rol gaan vervullen in het zorgproces. Eind 2015 gebruikte 70 procent van hun patiënten de app My Health Manager en 33 procent van alle huisarts-patiëntcontacten verliep via beveiligde email, waarmee het deels de traditionele face-to-face-contacten verving.
Negen van de tien chronische patiënten die My Health Manager gebruiken, zeggen dat ze meer regie hebben over hun gezondheid en beter kunnen communiceren met hun zorgverleners. Het gebruik van My Health Manager vertaalt zich ook in aantoonbaar betere zorguitkomsten. Toen Kaiser Permanente begon met deze toepassingen, dacht men vooral efficiencywinst te gaan bereiken. Inmiddels ervaren ze een nog belangrijker meerwaarde: door slimme inzet van eHealth onderscheidt Kaiser Permanente zich kwalitatief als excellente zorgaanbieder, waardoor het klanten werft en bindt.
Marktwerking in Nederland
Juist omdat Kaiser Permanente zowel zorgverzekeraar als zorgaanbieder in één is voor maar liefst 9 miljoen patiënten, kon het deze patientportalen zo succesvol invoeren. Het Nederlandse zorg-ICT landschap is veel gefragmenteerder met talloze informatiesystemen in de diverse sectoren van de zorg, die verschillende standaarden gebruiken. Om de patiënt in Nederland écht meer regie te geven in zijn behandeling door de ontwikkeling van innovatieve patientportalen, zal er méér nodig zijn dan marktwerking vanuit de patiënt, zoals Luc de Witte betoogt. Landelijke regie is noodzakelijk om goede initiatieven een steun in de rug te geven, en alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.
Directeur van Nictiz
Lees ook: Kwart ziekenhuizen biedt patiënt online toegang tot gegevens