Collectiviteitskorting op de ziektekostenpremie en betaalgemak gaan in Nederland al jaren hand in hand. Aan deze constructie dreigt een eind te komen door de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS).
Werkgevers kunnen nu nog de ziektekostenpremie van hun werknemers voor een heel jaar vooruitbetalen in ruil voor korting van de zorgverzekeraar. Een win-win-win-situatie, want ook de werknemer profiteert. Die krijgt de korting immers ook doorberekend en heeft daarbij geen omkijken naar de premiebetaling: de werkgever houdt die premie elke maand in op zijn loon.
De WAS is bedoeld om malafide werkgevers aan te pakken en werknemers met lage inkomens te beschermen. De wet schrijft voor dat werknemers vanaf 1 januari 2017 nooit minder dan het netto minimum loon uitbetaald mogen krijgen. Daar kleeft een groot nadeel aan: werkgevers kunnen niet langer ziektekostenpremies inhouden bij werknemers met een laag inkomen. Het inkomen mag immers niet meer onder een bepaald bedrag terechtkomen. Weg premiekorting, weg betaalgemak. Iedereen verliest.
Incassoregime
Onlangs stelde minister Asscher, als gevolg van een lobby van onder anderen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en Zorgverzekeraars Nederland, een aanpassing op de maatregel voor: werkgevers zouden alsnog toestemming kunnen krijgen van hun werknemers om de zorgpremie maandelijks in te houden op het loon tot een maximaal, vastgesteld bedrag.
Hoe goed bedoeld ook: dat zet geen zoden aan de dijk. Deze uitzondering geldt namelijk alleen voor de premie voor de basisverzekering; premies voor aanvullende pakketten mogen niet worden ingehouden. Wist u dat ruim 84 procent van de consumenten een aanvullende verzekering heeft? Bij mensen die via een collectief ziektekostencontract verzekerd zijn, is dat percentage zelfs ruim 88 procent.
Daarnaast kan de premie voor de basisverzekering maar maximaal voor één persoon worden ingehouden, dus niet voor eventuele gezinsleden van de werknemer.
Omdat Asschers maatregel tekort schiet, is de kans aanzienlijk dat veel werkgevers er vanaf volgend jaar definitief van afzien de zorgpremie voor hun werknemers voor te schieten. Werknemers moeten in dat geval zelf hun premiebetaling regelen. Juist bij lage inkomens schuilt daarin het gevaar dat betalingen mislukken en vergeten worden, met in het uiterste geval een incassoregime als gevolg. Bovendien zal de premie stijgen omdat de eerdere termijnkorting van de zorgverzekeraar komt te vervallen. In veel gevallen zal de verzekerde de premie namelijk alleen per maand kunnen betalen.
Iedereen verliest
Met name dat laatste is een nog groter risico met het oog op de volksgezondheid. We zien immers al jaren dat juist mensen met een laag inkomen bij stijgende zorgkosten hun zorgverzekering ‘uitkleden’ om de ziektekostenpremie te drukken. Dat werkt zorgmijding en onderverzekering in de hand. Daar verliest iedereen bij: de werknemer zelf, de zorgverzekeraar maar ook de werkgever. Bij zorgmijding groeit de kans immers aanzienlijk dat een werknemer voor langere tijd uitvalt en dat de zorgkosten uiteindelijk hoger uitvallen.
De conclusie is dat we zuinig moeten zijn op de mogelijkheid voor werkgevers om de premie van hun werknemers te laten betalen. In feite is dat geen luxe, maar een zorgplicht – juist bij lage inkomens. De uitzondering op de WAS die Asscher voor zorgpremies heeft bedacht, gaat in deze vorm niet ver genoeg. De kwetsbare groep die de WAS moet beschermen, wordt met deze ingreep juist extra hard geraakt.
Marc van Westerlaak
Consultant op het gebied van zorg bij Aon Risk Solutions