Aan de vele lijsten die ons inzicht moeten geven in welke zorgaanbieder het beste presteert, is er vorige week weer één toegevoegd: het overzicht van de slechtst presterende verpleeghuizen.
We kunnen er van uit gaan dat de kwalificatielijsten door gezaghebbende instanties zijn ontwikkeld. Maar kunnen we er ook van uitgaan dat deze instanties hun maatstaven afstemmen? En kunnen we de komende tijd vergelijkbare lijsten tegemoet zien van ziekenhuizen, ambulancediensten of dialyseafdelingen?
Staatssecretaris Van Rijn maakte vorige week de lijst bekend van de verpleeghuizen die slecht presteren. Dit op verzoek van de Tweede Kamer. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) maakt zich over elf instellingen grote zorgen. De Inspectie heeft 150 verpleegzorginstellingen ingedeeld in vier categorieën: 1. Intensief vervolgtoezicht; 2. Vervolgtoezicht; 3. In afwachting van resultaatsverslag al dan niet vervolgtoezicht nodig en 4. Toezichttraject afgesloten.
Kwaliteitskeurmerk
Een snel onderzoeksrondje langs de instellingen die in categorie 1 vallen, leert dat tien daarvan trots zijn op het kwaliteitskeurmerk dat ze voeren. De ene helft heeft een HKZ/ISO-certificaat, de andere helft het Gouden Keurmerk van PREZO, dat betekent PREstaties in de ZOrg en wordt uitgegeven door Perspekt. Op de site van de HKZ staat onder meer het volgende: “Als uw organisatie het certificaat behaalt, betekent dit dat uw instelling goed georganiseerd is en dat u voldoet aan de eisen die vanuit de sector zelf, door financiers, cliënten en de overheid worden gesteld. “
De Stichting Woonzorgcentra Haaglanden vertelt op haar site: “De twaalf woonzorgcentra van WZH hebben het belangrijke PREZO keurmerk in de zorg. Daarmee voldoet de zorg van WZH aan de kwaliteitseisen die Stichting Perspekt stelt.” Op de site van Careyn vinden we een vergelijkbare tekst: “De HKZ/ISO-certificaten geven aan dat Careyn voldoet aan alle voorwaarden om optimale en verantwoorde zorg te kunnen leveren.”
Vertrouwen
Degenen die deze certificaten verstrekken, zijn geaccrediteerde keurende instanties zoals DNV, LIoyds Register en Perspekt. Geaccrediteerd zijn, betekent dat de beoordelende organisatie naar internationale maatstaven deskundig en onpartijdig werkt. Met het accreditatiestelsel moet het vertrouwen in goedgekeurde diensten gerechtvaardigd zijn. De beoordelende organisaties vallen onder het toezicht van de Raad voor Accreditatie (RvA). Dit is een zelfstandig bestuursorgaan dat door de overheid is aangewezen als nationale accreditatie-instantie. Op de site van de RvA valt te lezen dat de RvA verantwoording aflegt aan het ministerie van Economische Zaken.
Weinig duidelijkheid
Wat moet de burger hier nou mee? Hij wordt geconfronteerd met een overheid die weinig duidelijkheid schept. Zijn de certificaten die onder auspiciën van de minister van EZ (RvA) worden uitgegeven nou betekenisvol? En houdt de IGZ daar op de een of andere manier rekening mee? Of zijn de normen van de IGZ, en daarmee van de minister van VWS, boven elke twijfel verheven en kunnen we de keurmerken uit de EZ-hoek afschaffen?
Interessant is voorts dat een aantal instellingen uit de eerste categorie van de IGZ meer dan voldoende scoort op de Zorgkaart Nederland van de NPCF. Stichting Bewegen 3.0 scoort een 7.7. Daarbij wordt vermeld dat 92 procent van de respondenten deze organisatie aanbeveelt. Woonzorgcentrum Vreugdehof van de Stichting Amstelringgroep scoort op de Zorgkaart een 6.8, waarbij 87 procent van de respondenten deze instelling aanbeveelt.
Wie toetst wat?
Duidelijk is dat er sprake is van vele keurmerken en toetsingssystemen die niet op elkaar zijn afgestemd. Naast de geaccrediteerde toetsingsinstanties, Zorgkaart Nederland en de IGZ kennen we de vergelijkingssites zoals Kiesbeter.nl en het Kwaliteitsvenster. Ook is de afstemming tussen de interne en externe toezichtsorganen van de zorginstellingen onduidelijk.
Kortom: zou het niet veel effectiever zijn als de IGZ en het ministerie van VWS eerst heldere afspraken (laten) maken over wie wat toetst in de zorg, alvorens geforceerd transparant te willen zijn en allerlei lijsten openbaar te maken?
Marion Frissen
Adviseur Kwaliteit en Management in de zorg