De Wet langdurige zorg (Wlz) bestaat alweer bijna anderhalf jaar en eindelijk wordt er nu een concrete stap gezet naar de vernieuwing die de wet beoogt.
Het was de bedoeling om ‘van systemen naar mensen te gaan’, maar de systeemvragen overheersten tot nu toe. Dat gaat veranderen. Te beginnen in de regio Rotterdam, waar een experiment met persoonsvolgende bekostiging in de gehandicaptenzorg wordt voorbereid.
Om te beginnen krijgen nieuwe cliënten vanaf 2017 de gelegenheid om zorg op maat voor zichzelf te organiseren. Wat verandert er voor die nieuwe cliënt in de Wlz precies? Een voorbeeld. In het experiment krijgt hij om te beginnen het beheer over het budget. Ondersteund door de zorgaanbieders uit de regio, Zilveren Kruis en de cliëntenorganisaties maakt de cliënt zijn zorgvraag zo helder mogelijk. Wil hij daar wonen en elders dagbesteding, omdat hij juist op die locatie in de horeca aan de slag kan of met dieren kan werken? Wat de cliënt ook kiest, het geld volgt hem. De verwachting is dat dit leidt tot meer cliënttevredenheid en een betere kwaliteit van leven.
Vragen
Een goed experiment is spannend en roept vragen op. Zorgorganisaties zijn verzekerd van budget als de cliënt voor hen kiest, productieplafond of niet. Dat biedt kansen. Maar wat als veel cliënten ineens opstappen of plotseling iets heel anders willen afnemen? En mag elke partij die door de selectie komt alles ‘zomaar’ aanbieden? Wat is bij zijn concurrent dan nog de waarde van specifieke kennis? Het is kortom nog niet gedaan.
Intussen vinden de betrokken partijen elkaar in de aanloop op het experiment in het gemeenschappelijke doel: steeds weer terug redeneren naar het belang van de cliënt. Daar kwamen al gedeelde uitgangspunten uit, zoals een vast tarief per zorgzwaarte en eensluidende kwaliteitseisen.
Oud gedrag afleren
Een experiment betekent ook nieuw gedrag ontwikkelen en oud gedrag afleren. Natuurlijk is dat moeilijk. Het zorgkantoor zal beducht zijn op overschrijding van budgetten. Aanbieders zullen op hun beurt scherp in de gaten houden of het zorgkantoor toch grip krijgt op het proces en allerlei extra eisen gaat stellen. Waardoor het nieuwe niet van de grond komt, omdat het oude in de weg zit. De kunst van het experiment zal zijn om belemmeringen bespreekbaar te maken. Te accepteren dat de macht verschuift van zorgkantoor naar cliënt, maar ook van zorgorganisatie naar cliënt. Verhoudingen veranderen, evenals rollen. Het bovenliggende doel maakt alles goed: de cliënt komt écht centraal te staan,
De stap van systemen naar meer persoonsgerichte zorg wordt in Rotterdam dus daadwerkelijk gemaakt. Dit vraagt lef, durf en vasthoudendheid van alle betrokkenen. Op z’n Rotterdams gezegd: er moet nog wat water door de Maas, maar ik heb veel vertrouwen in een goede afloop en bewondering voor de uitvoerders van het experiment. Prachtig dat er volgens een Rotterdams motto – geen woorden, maar daden – werk wordt gemaakt van vernieuwing in de Wlz!
Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland