In Trouw van zaterdag 23 april jl. stond een kritisch artikel over Buurtzorg. Een belangrijk aandachtspunt dat maar zijdelings werd aangestipt in het artikel is dat uit onderzoek blijkt dat cliënten van Buurtzorg gemiddeld 1,3 jaar jonger zijn wanneer ze worden opgenomen in een verpleeghuis.
Berekening van de vervolgkosten op dit punt leert dat Buurtzorg een veel duurdere thuiszorgaanbieder is dan tot voor kort gedacht.
Eerst het goede nieuws: Vast staat dat Buurtzorg al jarenlang zeer hoog scoort in metingen van cliënt- en medewerkerstevredenheid. Medewerkers van Buurtzorg zijn vaker hoger opgeleid en zelfredzaam. Mede daardoor heeft Buurtzorg een lage overhead. Ook is bekend dat Buurtzorg per cliënt veel minder uren zorg verleent dan andere thuiszorgaanbieders.
Uurtarief
Daar staat tegenover dat het uurtarief van Buurtzorg relatief hoog is, dat cliënten van Buurtzorg meer gebruik maken van huisartsen- en ziekenhuiszorg dan cliënten van andere aanbieders en dat Buurtzorg een groter beroep doet op de zelfredzaamheid van haar cliënten. Zo blijkt uit onderzoek van KPMG van begin vorig jaar.
Buurtzorg laat ook meer zorgtaken bij familie. Dat is enerzijds positief, maar anderzijds is ook deze tijd niet gratis. Mantelzorg gaat veelal vaak ook ten koste van betaald werk en altijd ten koste van andere activiteiten. Bovendien verhoogt te veel mantelzorg de kans op uitvallen van mantelzorgers. In het rapport wordt hier niet op in gegaan.
In het rapport staat wel vermeld dat cliënten van Buurtzorg gemiddeld 1 jaar en vier maanden (1,3 jaar) jonger naar een verpleeghuis gaan. Buurtzorg slaagt er daarmee minder goed in dan andere aanbieders om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Een verklaring hiervoor wordt in het rapport niet gegeven. Of cliënten van Buurtzorg gemiddeld genomen zieker zijn dan cliënten van andere aanbieders, wat een goede verklaring zou kunnen zijn, wordt bijvoorbeeld niet vermeld. Ook worden de vervolgkosten van een eerder, en daarmee mogelijk langer, verpleeghuisverblijf in het rapport niet gekwantificeerd.
Deze vervolgkosten zijn hoog. Een jaar verpleeghuiszorg kost voor de meest voorkomende indicatie (zzp 5) ongeveer 80.000 euro per jaar. Iedere cliënt die 1,3 jaar langer naar een verpleeghuis gaat, kost de BV Nederland daarmee ruim een ton extra.
Jongere cliënten
Uit de cijfers in het rapport valt op te maken dat tenminste 6 procent van de cliënten van Buurtzorg een jaar na aanvang van de thuiszorg is opgenomen in een verpleeghuis. Dit percentage is lager dan bij andere thuiszorgaanbieders, maar dat is te verklaren uit het feit dat Buurtzorg minder 85-plussers als cliënt heeft. De cliënten van Buurtzorg die naar het verpleeghuis gaan zijn gemiddeld desondanks jonger dan bij andere aanbieders.
Per cliënt zijn deze extra vervolgkosten, na aftrek van de kosten van thuiszorg die deze cliënten niet meer ontvangen (bij gelijk blijvende overige omstandigheden) ongeveer 5.000 euro. Als hier rekening mee wordt gehouden dan behoort Buurtzorg bij de duurdere aanbieders. Daarbij zijn de kosten van de extra inzet van mantelzorg nog niet meegenomen.
Al met al blijft bij mij het onlangs geschetste beeld van Buurtzorg hangen: een aanbieder die doet waar ze goed in is en wat haar medewerkers (grotendeels verpleegkundigen) leuk vinden. Maar ook een organisatie die niet-medische taken zoals begeleiding liever aan de familie of het verpleeghuis over laat met hoge vervolgkosten tot gevolg.
Senior managing consultant zorg & welzijn bij Berenschot