Het klinkt zo mooi: ‘de cliënt centraal’. Maar gebeurt dat ook echt? En hoe gebeurt dat? Bij het Netwerk Cliëntenraden Zorg (NCZ) zien wij dat de slogan ‘wie betaalt bepaalt’ in veel gevallen in de zorg niet opgaat.
In de kaderwet WMCZ wordt het belang van de cliënt en van de cliëntenraad, benadrukt. Echter, deze wet is verouderd, past niet bij huidige situaties en is te zwak om cliëntenraden een gelijkwaardige positie te geven in het zorgveld. NCZ zet zich daarom in voor het recht op scholingsbudget, het recht op het zelfstandig in kunnen huren van externe deskundigheid en het recht op professionele, onafhankelijke ondersteuning in de nieuwe WMCZ. Zo hebben cliëntenraadsleden aangesloten bij de verschillende koepelorganisaties (LOC, LSR en NCZ) een petitie en een memo aangeboden aan de minister en de vaste Kamercommissie. In deze memo staan een viertal aanbevelingen met betrekking tot de scholing, facilitering en ondersteuning van cliëntenraden.
Minister Schippers heeft echter in een reactie aan de Tweede Kamer laten weten dat zij de adviezen onderschrijft. Let wel – één van de adviezen die wij geven is: Neem duidelijk in de wet op dat raden gebruik kunnen maken van ondersteuning. Vervolgens geeft de minister aan dat zij toch wil dat het veld eerst zelf kaders gaat stellen, en ‘alleen indien de sector niet in staat blijkt zelf zijn zaken naar behoren te regelen en zelfregulering of stimulering niet werkt, zijn wettelijke aanpassingen geëigend’. De vraag is hoeveel rapporten, memo’s, notities en signalen vanuit het veld de minister nodig heeft om over te gaan tot aanscherping van de wet.
Het probleem
Cliëntenraden krijgen een steeds zwaardere rol overeenkomstig de maatschappelijke ontwikkelingen en worden geacht gelijkwaardige gesprekspartners te zijn voor bestuurder(s) en andere geledingen in de zorg en hun achterban te voorzien van juiste informatie. Dit wordt nog eens onderstreept door de motie ‘zeggenschap voor cliënten en verzekerden van zorg’ die in de Tweede Kamer recent unaniem is aangenomen.
Het moment dat de cliënt ook echt centraal staat lijkt dus te zijn aangebroken – maar de minister lijkt te dralen met het wetsvoorstel en dit is zeker met de nieuwe verkiezingen in aantocht geen goed signaal richting cliënten en cliëntenraden – die met smart wachten op ‘gereedschap’ om in positie te worden gezet.
De afgelopen jaren is – naar aanleiding van signalen uit het veld – de medezeggenschapswetgeving in de huursector en het onderwijs bijvoorbeeld al aangepast of wordt deze momenteel aangepast. Er wordt dus geluisterd naar de burger! Zo is in een aantal maanden tijd het gewijzigde wetsvoorstel Versterking bestuurskracht onderwijsinstellingen besproken in de Tweede Kamer en is dit inmiddels naar de Eerste Kamer gestuurd. Wat maakt dat het zo ingewikkeld is in de zorg?
Volwaardige gesprekspartners
Nogmaals: cliëntenraden worden dus geacht volwaardige gesprekspartners te zijn. Waarom zijn zij dan de enige partij die hierbij nog niet het wettelijke recht hebben op scholingsbudget, externe deskundigheid en professionele ondersteuning? Bij andere sectoren is dit dus inmiddels geregeld, of is er een wetsvoorstel aanhangig.
Bij ondernemingsraden heeft een scholingsbudget of het zelfstandig in kunnen huren van externe deskundigheid overigens nooit tot discussies geleid. Waarom moeten cliëntenraden dan afhankelijk blijven van hun vermogen hun positie uit te onderhandelen en van de goodwill van hun bestuurder?
Zo blijft inspraak een wassen neus en blijven cliëntenraden het stiefkind van de zorg!
NetwerkvoorzitterNetwerk Cliëntenraden Zorg