Met haar onderzoek naar ziekenhuisadministraties brengt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het thema correct declareren weer nadrukkelijk ter tafel.
Dit keer niet door te speuren naar fraude, maar door het bieden van handvatten aan ziekenhuizen, zodat zij zich kunnen verbeteren. Hiermee wil de NZa, zo zegt bestuursvoorzitter Marian Kaljouw in het FD, de sector helpen want “declareren is niet de hobby van een professional”. Dat laatste ziet de NZa goed. Veel professionals vinden de administratieve kant van hun werk deprimerend: ‘te veel’, ‘te complex’ en ‘het leidt af van de zorg die je aan een patiënt wilt geven’. De vraag die ons dan ook intrigeert is: hoe reageert de professional op dit onderzoek? De kern van het probleem verandert niet. Tijd voor een ander geluid.
Dat correct declareren moet, is een ‘no brainer’. Dat vindt ook elke professional. Daar gaat de discussie niet over. Waarover wel? Medisch specialisten, zoals een cardioloog, orthopeed of longarts, besteden gemiddeld 30 procent van hun tijd aan administratie. Zij leggen niet alleen het contact met de patiënt vast in het elektronisch patiëntdossier (EPD).
Passie
Ook zijn ze verantwoordelijk voor de registratie van de juiste DBC-diagnosecodes en verrichtingen in het ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS) en de registratie – soms zelfs wettelijk verplicht – van KPI’s en ICD-10 diagnosecodes voor de (inter)nationale ontsluiting van de zorg. Kortom: medisch specialisten worden in toenemende mate direct bij het administratieve proces betrokken, terwijl hun toegevoegde waarde – en passie – ligt bij goede zorg voor de patiënt.
Nu zou je denken dat met de komst van het moderne EPD/ZIS dit probleem is opgelost. Dat is niet zo. Door het moderne EPD/ZIS digitaliseert de zorg weliswaar in een hoog tempo, maar dat betekent nog niet dat we slim automatiseren. Ook in een modern jasje hoppen medisch specialisten nog altijd tussen medische en administratieve modules.
Ondanks de investering leggen nieuwe IT-systemen het verband tussen het medisch redeneren en het administreren nog altijd niet. Het gevolg is dat 90 procent van de beschikbare data, de medische en klinische data in het EPD, niet of nauwelijks wordt gebruikt voor de optimalisering van het administratieve proces. Om dat gat te dichten, gebruiken we nu volop de medisch specialist en eindeloze schermen met gestructureerde keuzemenu’s: een bron van inconsistentie.
Intelligente automatisering
Hier ligt de crux. Wat zou de zorg er mooier uitzien als een computer registreert en niet de medisch specialist! Medisch specialisten zijn dan vooral weer arts en hoeven uitsluitend nog te zorgen voor een zo volledig mogelijke vastlegging van het medisch redeneren. Doen ze dit laatste op goede wijze, dan kan intelligente automatisering meerdere administratieve zaken, zoals diagnosecodes, verrichtingen en KPI’s, direct daaruit afleiden. De technieken waarmee we dit kunnen bereiken zijn Natural Language Processing, Machine Learning en Deeplearning. Deze technieken kunnen worden toegevoegd aan elk EPD/ZIS, oud en modern, waardoor hoge administratieve lasten voor het registreren en het controleren op de niet te vermijden menselijke fouten tot het verleden gaan behoren.
Eerste stap
De wereld waarin wij u proberen mee te nemen, bestaat nog niet, maar dat had ook anders kunnen zijn. Technisch gesproken kan het. Testopstellingen wijzen dat ook uit. De vraag is dan ook niet of het kan, maar wie de eerste stap zet. Voor een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) of maatschap is de businesscase snel gemaakt. Indien je de uren die één medisch specialist besteedt aan administratie afzet tegen een intern tarief, kost die administratie EUR 75.000 per jaar. Als je medisch specialist door innovatie zo veel mogelijk vrijspeelt, kun je het werk met minder mensen doen en tegelijkertijd de kwaliteit van de zorg verbeteren. In de zorg is innovatie vaak synoniem met de verbetering van het primaire proces. Ook door innovatie van het administratieve proces kan patiëntenzorg grote stappen maken.
Jaap Wijnker, KPMG, en Pieter-Frank van Boven, De Praktijk Index.