Bijna elke week zit ik aan tafel bij klanten en misschien-klanten. Die gesprekken gaan onder meer over de processen binnen zorgorganisaties, over zaken die daarin niet zo goed gaan. Toch wordt deze blog geen opsomming van problemen. Ik wil het hebben over oplossingen.
De decentralisatie heeft bij zorgaanbieders tot meer administratieve overhead geleid. Niet alleen op operationeel niveau, maar ook op managementniveau. Want voordat afspraken uitgevoerd kunnen worden, moeten er contracten worden gesloten. En dat is niet langer met één zorgkantoor of één provincie, maar met tien, twintig, of zelfs wel honderden gemeenten.
In het kader van de Wmo valt het nog relatief mee. Zorgaanbieders met een regionale spreiding hadden sowieso al gauw te maken met tientallen gemeenten. De diversiteit van productcodes was groot, maar is verminderd. Qua verantwoording zijn er helaas verschillen in afspraken rond financiering, wat betekent dat er ook op verschillende manieren geregistreerd moet worden. Een gedegen kennis van de contractuele en administratieve aspecten blijft nog steeds voorwaarde voor een sluitende administratie.
Droevig
In de jeugdzorg is het beeld na een jaar veel minder rooskleurig. Misschien kunnen we beter zeggen: droevig. Gemeenten willen de verantwoordelijkheid en de zorg voor de jeugd allemaal goed uitvoeren, waarvoor hulde. Naast een eigen beleid definiëren gemeenten daarom ook vaak een eigen set aan producten en diensten die door zorgaanbieders geleverd moet worden. Daarbij hoort ook een verantwoording, waarbij gemeenten vaak om meer dan de landelijk afgesproken informatieset (iJw) vragen. Daarvoor geen applaus van mij. Ook is landelijk afgesproken dat jeugdzorgaanbieders ieder halfjaar gegevens aan het CBS verstrekken die voor statistiek en beleid gebruikt kunnen worden. Voor het verzamelen en rapporteren van al deze extra informatie is veel extra menskracht nodig. Dat vraagt om tijd en geld, die niet aan de daadwerkelijke zorg besteed kan worden. Dat was toch niet de bedoeling van de decentralisaties?
De decentralisatie is nog niet geslaagd. Met de bezuinigingen is wel bereikt dat de stijging van de zorgkosten op de korte termijn is afgeremd. Maar is de zorg efficiënter gemaakt? Worden er kosten bespaard door de regie op de zorg te decentraliseren? Het antwoord is: nee. De decentralisatie heeft tot gevolg dat de kosten bij de zorgaanbieder zijn toegenomen en dat daar minder inkomsten tegenover staan. Daar moet verandering in komen.
Samenwerken
Een goed voorbeeld is dat gemeenten samenwerken op uitvoeringsniveau en soms ook op beleidsniveau. Dit leidt tot meer eenheid in afspraken met zorgaanbieders. Gemeenten dienen verder zeer terughoudend te zijn met het vragen van aanvullende informatie aan de zorgaanbieder. Via gestandaardiseerd berichtenverkeer en ook vanuit het CBS zijn op landelijk niveau al genoeg afspraken gemaakt om de juiste informatie boven tafel te krijgen. En als dat niet voldoende is, kan via de formele weg een aanpassing in de standaard aangevraagd te worden, die dan in de softwareoplossingen van zorgaanbieders geïmplementeerd wordt.
De echte winst zit ‘m echter in het verplichte gebruik van uitwisselingsstandaarden, want dat ontbreekt nu nog in de Jeugdwet. Dan is er ook nog eens geen scheidsrechter op dit toneel, waardoor governance ontbreekt. Ook governance dient wettelijk verankerd te worden om met voldoende zeggenschap uitspraken te kunnen doen over geschillen.
Productmanager VVT en jeugdzorg bij Centric