Een patiëntgeoriënteerd stelsel dat gebaseerd is op samenwerking tussen zorgprofessionals stelt de patiënt altijd centraal en kan een forse besparing opleveren van zo’n 2,5 miljard euro op jaarbasis.
Het huidige tripartite stelsel is eigenlijk geen marktstelsel, maar veeleer een afsprakenstelsel met prikkels voor ondernemerschap. Het gedwongen huwelijk van concurrentie (omzet en winststreven, het financieel eigenbelang van de ondernemer als motor van vooruitgang) en samenwerking (inhoudelijke zorgkwaliteit en zorgvuldigheid, de beroepsethiek die het patiëntbelang centraal moet stellen) breekt het huidige stelsel op.
Concurrentie en samenwerking zijn tegenstrijdige principes. Winststreven leidt tot perverse prikkels die de kwaliteit van de zorg ondergraven, de gevolgen voor de patiënt zijn in zo’n situatie vaak desastreus. Zelfstandig ondernemerschap is ook een blokkade voor stroomlijning van zorgprocessen, dit beperkt de doelmatigheid en de kwaliteit. Een omvangrijk beheerssysteem van controle en toezicht is nodig om de huidige cure te laten functioneren. Dit geeft hoge indirecte kosten.
Samenwerking of markt
Het kan anders. Trek een heldere scheidslijn, het is samenwerking óf markt. In het basispakket is geen plaats voor concurrentie uit winststreven, alleen voor concurrentie om de kwaliteit van de zorg. Specialisten horen in loondienst, privéklinieken horen aan de andere kant van de scheidslijn: in de markt. Hier horen vanzelfsprekend harde organisatorische randvoorwaarden bij. Een stringent budgettair beleid is onmisbaar. Het eeuwige leven is immers onbetaalbaar en dat moet de burger ook worden verteld. Zorg is niet gratis. Preventie en heldere overheidscommunicatie zijn noodzakelijk. Maar een uitstekende basiszorg, solidariteit van burgers onderling en toegankelijkheid moeten (en kunnen) leidende principes blijven.
In een toekomstperspectief zou sturing door één zorgregisseur die intern over brede medische kennis beschikt moeten kunnen volstaan. Concurrentie tussen zorgverzekeraars is immers niet meer nodig en vormt een belemmering voor de samenwerkingsgedachte. De taken van zo’n zorgregisseur zijn het bewaken van het basiszorgpakket en het plannen en realiseren van het zorgaanbod van eerste, tweede en derde lijn. Vanuit deze regierol zouden dan (organisaties van) zorgprocessen op een logische wijze kunnen worden geclusterd en geografisch gespreid: de eerste lijn en de acute hulp zijn dichtbij, de planbare zorg kan op afstand in gespecialiseerde ziekenhuizen.
De academische ziekenhuizen zijn ook in dit perspectief onmisbaar en hun bestaande spreiding over Nederland biedt tevens een waarborg voor een blijvende toegankelijkheid van de zorg in heel Nederland. Het toezicht zou eenvoudiger kunnen en zich alleen hoeven richten op de inhoudelijke kwaliteit van de medische zorg en het patiëntbelang. Zorgprofessionals hebben de ruimte voor vernieuwend denken en handelen (zelfsturende teams).
Forse winst
De voordelen ten opzichte van het huidige zorgstelsel zijn evident. Op alle beïnvloedbare thema’s wordt forse winst geboekt. Als de patiënt centraal staat, perverse omzetprikkels zijn weggenomen, samenwerking tussen zorgspecialismen de norm is en de kennis van de zorgprofessional op juiste waarde geschat, zal de kwaliteit van de zorg als de optelsom van alle individuele zorgtrajecten significant kunnen verbeteren. Door samenwerking en het slechten van machtsblokken verbeterd de transparantie en zal het EPD op betaalbare wijze tot stand kunnen komen. Door de gecoördineerde planning van het zorgaanbod zal de toegankelijkheid van de zorg in heel Nederland gewaarborgd blijven. De doelmatigheid van de zorg zal daardoor verbeteren. Het komt de solidariteit in de zorg waarschijnlijk ten goede. De bureaucratie zal zeker verminderen.
Expert op het snijvlak van overheid en markt
———————————————————-