De Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen is inmiddels met haar werk aangekomen bij de O van Opleidingen. In april 2015 verscheen het eerste advies: Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren. Medio 2016 volgt het tweede advies dat ingaat op de vraag: wat is de consequentie van de te verwachten veranderingen in de zorg voor de opleidingen?
Marian Kaljouw is in juni bestuursvoorzitter geworden van de NZa. Dat betekende ook dat zij afscheid moest nemen van het voorzitterschap van de Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen. Dat deed ze met spijt, omdat het werken aan innovatie van zorg en opleidingen haar na aan het hart ligt. Ik heb haar als voorzitter van de commissie opgevolgd. De afgelopen jaren was ik vicevoorzitter. Mijn kennis van en ervaring in het onderwijs en het publieke domein zet ik graag in om, samen met vele betrokkenen, te schetsen hoe de opleidingen in zorg en welzijn er in 2030 uitzien om tegemoet te komen aan de eisen die de zorg dan aan beroepsbeoefenaars stelt in een gedecentraliseerde aanpak.
Uitgangspunten
Het eerste advies leverde de uitgangspunten op voor de zorg en de zorgberoepen in 2030:
1. Denk en ontwerp vanuit de zorgvraag en de zorgbehoefte van ons als burgers
2. Zet niet de ziekte centraal, maar het functioneren in het dagelijks leven
3. Ga uit van hun mogelijkheden, eigen regie en veerkracht en bevorder die
4. Ondersteun waar mogelijk de beweging (terug) van complexe zorg naar voorzorg, gemeenschapszorg of laagcomplexe zorg.
Dit vraagt van de zorgprofessional, naast gedegen specifieke vakkennis, nieuwe bekwaamheden zoals kunnen de-escaleren; kennis van en vaardigheid op het gebied van technologie; samenwerking met burgers en informele netwerken; interprofessioneel werken in zorgarrangementen.
Hoe kunnen de toekomstige professionals de bekwaamheden voor de zorg van 2030 verwerven? Dat vraagt om het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe vormen van leren en opleiden – door middel van de inbreng van betrokkenen uit zorg en onderwijs én door experimenten in de broedplaatsen. De beste ontwerpen ontstaan niet aan tekentafels, maar in de praktijk. Mbo, hbo en wo hebben in april al afgesproken om samen op te trekken.
Gedeelde opvattingen
Op 25 augustus is in Amsterdam een brainstormsessie gehouden met deskundigen op het gebied van gezondheid, zorg, welzijn en onderwijs en aansluitend volgden bijeenkomsten met betrokkenen op het snijvlak van zorg en welzijn en de opleidingen in de vier broedplaatsen. Naast de verschillende ideeën die er leven zijn er opmerkelijk veel gedeelde opvattingen:
– De uitgangspunten van het zorgadvies moeten een centrale plek krijgen in alle curricula
– Zorgarrangementen vragen leerarrangementen en die gaan dwars door de opleidingen heen: doorlopende leerlijn van mbo-hbo-wo maar ook binnen het mbo, hbo en wo.
– Interprofessioneel werken en leren zal vooral vorm krijgen in de praktijk, begeleid door zorgprofessionals én docenten.
– Interprofessioneel werken en leren zijn geen doel op zich, maar een middel om mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te houden en na opschalen van de zorg ook weer te durven de-escaleren.
– Vraagt ook van burgers nieuwe bekwaamheden. Betrokkenheid van het primair en voortgezet onderwijs zijn daarom een must.
De resultaten uit de afgelopen bijeenkomsten dragen bij aan de volgende stap om tot een advies over de toekomstige opleidingen te komen. Het resultaat wordt voorgelegd in drie parallelle bijeenkomsten die in november plaatsvinden bij onderwijsinstellingen in verschillende regio’s in Nederland. Als sluitstuk van de raadpleging vindt op 2 december een landelijke werkdag plaats die we gezamenlijk met het Zorgpact organiseren.
Graag nodig ik u allen uit om mee te denken en te werken aan onze leef- en gezondheidssituatie in 2030.
Kete Kervezee
Voorzitter Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen