Voor mensen met een beperking is 5 oktober een belangrijke dag. Die dag kan Nederland een belangrijke stap maken om mensen met een beperking volwaardig deel te laten nemen aan de samenleving. Tenminste, als de Tweede Kamer besluit om het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking te ratificeren.
De ratificatie van dit verdrag is een belangrijke erkenning van de gelijke rechten van mensen met een beperking. Daar valt in Nederland nog veel aan te verbeteren. Nederland is het een-na-laatste EU-land dat dit verdrag ratificeert. Doel van het VN verdrag is te bevorderen dat alle mensen met een beperking dezelfde mensenrechten en fundamentele vrijheden hebben. Het verdrag is van grote betekenis voor wetgeving op het gebied van zorg maar juist ook voor besluiten op gemeentelijk niveau. Zo mogen verordeningen over vervoer, Wmo, Jeugdwet en Participatiewet niet in tegenspraak met het verdrag zijn.
Je kan het VN-verdrag zien als een norm voor kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking. Zo moeten overheden afzondering en uitsluiting op grond van beperking verhinderen. De arbeidsmarkt moet voor hen toegankelijk zijn en zij moeten altijd inspraak en keuzevrijheid kunnen realiseren. In feite is het een richtsnoer voor de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking.
De artikelen van het verdrag vertonen opvallende overeenkomsten met de 8 domeinen van kwaliteit van bestaan zoals beschreven door Schalock en Verdugo. Deze domeinen vormen ook de basis van de Kwaliteitsvisie van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en het uitgangspunt voor hun kwaliteitskader en -indicatoren. Kunnen deze domeinen niet ook het uitgangspunt zijn voor wetgeving en gemeentelijk beleid richting burgers met een beperking?
Vanzelfsprekend
Zorg, hulp en ondersteuning van mensen met een beperking bestrijken het hele leven en beperken zich niet tot zorg en ondersteuning. Het VN-verdrag impliceert een ‘inclusieve samenleving’, een samenleving met recht op autonomie en zeggenschap voor iedere burger, ook die met een beperking. Een samenleving met passend onderwijs, voor elk kind met of zonder beperking, met gebouwen die toegankelijk zijn voor iedereen. Een samenleving waar deelname aan het maatschappelijk verkeer, voor iedereen begrijpelijke en beschikbare informatie en toegang tot de reguliere arbeidsmarkt vanzelfsprekend zijn.
Het VN-verdrag geeft ons streven naar een inclusieve samenleving een extra impuls. Voor instellingen, overheden en maatschappelijke organisaties ligt de uitdaging om dit verdrag in praktische regelingen en verordeningen te vertalen.
Wij zijn lid van de Adviescommissie Kwaliteit van Zorginstituut Nederland. Ook in die rol maken wij ons hard voor het gebruik van het VN-verdrag als richtsnoer voor professionals in de langdurige zorg, en ook bij het ontwikkelen van kwaliteitsstandaarden of richtlijnen.
Op die manier kunnen kwaliteitsstandaarden er aan bijdragen dat het VN verdrag in Nederland geen juridische tekst blijft, maar echt een richtsnoer voor de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking.
Willem de Gooyer, met co-auteurs Jenneke van Veen en Mieke Hollander