Iedereen voelt het. De gezondheidszorg trilt op haar grondvesten, zeker waar het gaat om de transitie van ABWZ naar Wlz, Wmo en ZVW. Er lijkt een scheur te ontstaan zoals bij een Groningse boerderij.
Aan de ene kant van die scheur staan de organisaties en professionals voor wie het allemaal veel te snel gaat. Die schrikken van de financiële prikkels en van de kortingen. Ze weten wel dat krimp en focus de enige manier is om dit te overleven, maar ze voelen het niet van binnen. Ze voelen zich onheus bejegend en trachten met een lichte paniek de zaken om te buigen. Ze trappen op de rem, maar hun linkervoet blijft ook onbewust op het gaspedaal drukken. Er ontstaat zo veel lawaai. De motor gaat loeien, maar echt vooruit komen is er niet meer bij. Er wordt geklaagd aan die kant. Er wordt gewezen naar de overheid, die het allemaal kapot maakt. Men kreunt vanwege de grote gevolgen voor de arbeidsmarkt. En langzaam vloeit de energie weg.
Voorbereiden op veranderingen
De andere kant van de scheur heeft het al jaren zien aankomen. Vond eigenlijk zelf ook wel dat het zo niet langer kon doorgaan. Dat de groei van de afgelopen vijftien jaar niet is vol te houden. Deze professionals en organisaties zijn al jaren bezig zich voor te bereiden op de veranderingen. De huidige noodzaak tot krimp en focus past naadloos bij het beleid dat ze al hebben ingezet. De participatiemaatschappij is geen begrip dat bij hen vooral cynische reacties oproept. Men is er hier diep van binnen van overtuigd dat het versterken van autonomie en zingeving van cliënten echt meer oplevert. Veel meer dan het draaien van zo veel mogelijk uren zorg in een concurrerende omgeving. En dat zorgt voor veel energie en focus op de goede dingen. Die energie is ook nodig om soms hele lastige besluiten te nemen.
Neem Thebe. De afgelopen jaren vaak negatief in het nieuws geweest vanwege reorganisaties die nodig waren om de transitie voor te bereiden. Met als dieptepunt het faillissement van de huishoudelijke zorg in december vorig jaar. Maar achter de schermen is niet alleen gebroken en geschaafd. Vooral ook gebouwd aan nieuwe waarden. En die komen nu aan de oppervlakte.
Faliekant foute analyse
Kortgeleden stelde stagiair Samsom bij Pauw dat het halen van 1 mei als deadline voor de nieuwe indicaties onmogelijk was en zelfs een van de belangrijkste blokkades voor de wijkverpleging. Je kunt het een stagiair niet kwalijk nemen een faliekant foute analyse te maken. Inmiddels blijkt aan deze kant van de scheur dat het met een goede voorbereiding en goede digitale hulpmiddelen prima is gelukt. En dat het bovendien een prachtige kans is om met cliënten een goed gesprek te voeren over hun eigen regie en mogelijkheden.
Anderen huilen mee en zeggen dat die verzekeraars alles stuk maken met hun regels. Maar Thebe is juist op zoek naar gemeenschappelijke waarden. Waar vinden verzekeraars en zorgorganisaties elkaar? Bijvoorbeeld op zo’n onderwerp als doelmatigheid. Uit een recent KPMG-plexus onderzoek blijkt dat Buurtzorg 35 procent doelmatiger is dan het gemiddelde in de branche. Proficiat collega’s!
KPMG-plexus heeft dat onderzoek inmiddels ook gedaan voor Thebe en daaruit blijkt dat die zelfs nog 10 procent doelmatiger is. Het mooie is dat dat geen doel op zichzelf was, maar een gevolg van een andere waardebepaling. Er breken dus echt andere en mooiere tijden aan. Nu wijkverpleegkundigen hun vak terug hebben kan die doelmatigheid nog beter worden. De vraag is of verzekeraars die kans ook zien en dit soort maatstaven op de gehele sector loslaten voor een selectieve inkoop. Kijken aan welke kant van de scheur zij staan.
Karel Verweij en Michel Wijngaards
Hoe overleven zorgaanbieders de transitie in de langdurige zorg? Hoe lukt het om zich snel en adequaat aan te passen aan gewijzigde omstandigheden? Wat kunt u leren van uiteenlopende keuzes? Op 12 juni organiseert Skipr het congres “Transitie is nog lang geen transformatie”.