Bij berichtgeving over verwarde personen stoort het me dat de termen verward en overlast of dreiging vaak samen worden genoemd. Ik vind dat stigmatiserend. Van de vele tienduizenden meldingen die de politie registreert gaat het maar om enkele incidenten waar echt sprake was van gevaar voor mensen zelf of anderen.
Die incidenten trekken veel aandacht en zijn verantwoordelijk voor het beeld dat ontstaat over verwarde personen. Op 18 mei is in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over het onderwerp. Er valt genoeg te bespreken, want er is wel degelijk iets aan de hand.
Zorgelijk
In veel nattevingeranalyses wordt de link gelegd tussen toename aan ‘verwarde personen’ en bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg. Het klopt dat ggz-instellingen steeds minder bedden hebben en er vooral op gericht zijn mensen ambulant te behandelen. En dat de opbouw van ambulante zorg helaas niet altijd gelijk opgaat met de afbouw van het aantal bedden. Het gebrek aan coördinatie in beleid en uitvoering is zorgelijk.
Maar dit alles gaat voorbij aan het feit dat het bij deze verwarde personen gaat om een veel breder probleem. De groep die door de politie als verward wordt gekwalificeerd, is heel groot en divers. Het zijn vaak mensen met problemen waar de bekende stelsels alleen geen antwoord voor hebben. Er is een scala aan oorzaken aan te wijzen. Hervormingen in de zorg, waardoor ouderen bijvoorbeeld langer thuis blijven wonen, kan er één van zijn.
Minstens zo belangrijk zijn bredere maatschappelijke ontwikkelingen rond de druk die we als samenleving op individuen leggen. Het Sociaal Cultureel Planbureau stelde onlangs dat er meer mensen in zorg komen door veranderde eisen die we als maatschappij aan mensen stellen. Maar ook de transities naar de gemeenten spelen een rol. Gemeenten bezuinigen fors op dagbesteding, begeleiding en ondersteuning, zonder dat er goede alternatieven zijn. Ook zijn er niet overal sociale wijkteams en waar ze er wel zijn verschilt hun taak en rol.
Niet in een arrestantencel
Wat kunnen we met al die mogelijke oorzaken? In elk geval is een integrale benadering nodig, geen incidentenpolitiek. Hoe kan iemand die zorg nodig heeft, die daadwerkelijk krijgen? Dat is namelijk waar iedereen het over eens is: deze mensen horen niet in een arrestantencel. Er is gedeeld eigenaarschap nodig. De oplossingen zijn niet altijd eenvoudig. Veranderingen aan de hogere eisen die we als maatschappij stellen, zijn niet terug te draaien, maar we kunnen wel leren meer oog te hebben voor wie niet zo snel meekan.
En verder? Als ik kijk naar de ggz kan en moet de ambulante zorg beter geregeld en gefinancierd worden. Mensen voor langere tijd of altijd wegstoppen in een instelling in de bossen is totaal achterhaald. Hen behandelen en begeleiden in hun eigen omgeving is gewenst en levert uiteindelijk betere zorg op. De methoden hiervoor zijn er.
Binnen de ggz is het ook belangrijk dat er soepele overgangen zijn tussen de verschillende zwaartes van zorg. Kan iemand gemakkelijk vanuit een doorverwijzing door de huisarts terecht bij de juiste hulp? Zijn er genoeg crisisplekken? Dat moeten we organiseren door belemmerende financiële schotten weg te halen en door nauw samen te werken met andere partijen in de zorg en daarbuiten. Zoals dit ook gebeurt rond complexe problematiek in Veiligheidshuizen, waar justitie, zorg en bestuur elkaar vinden. Samenwerking op regionaal en gemeentelijk niveau is gewenst. Daar moeten plannen voor een dekkende infrastructuur van zorg, begeleiding, opvang en wonen worden gemaakt. De overheid moet de middelen ter beschikking stellen om de uitvoering daarvan door gemeenten en zorgverzekeraars te financieren.
Maar het gaat lang niet altijd om mensen die ‘in zorg’ zijn. Niet elke verwarde persoon komt bij een huisarts of loopt bij een psycholoog. Hoe vind je potentieel verwarde personen? Tijd om de openbare geestelijke gezondheidszorg nieuw leven in te blazen. Een taak die werd uitgevoerd door de GGD ’s onder auspiciën van de gemeenten, maar langzaam naar de achtergrond verdwenen is. Het is hoog tijd dat dit weer meer op het netvlies van gemeenten komt te staan. Ik pleit daarom voor terugkeer van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) als specifieke taak. De ggz kan deze OGGZ mede invullen. We hadden het kind nooit met het badwater moeten weggooien!