Er zijn steeds meer slecht verzorgde en eenzame ouderen in Nederland, berichtte de NOS op 13 april na een rondgang langs ruim 320 huisartsen en 30 wijkverpleegkundigen.
De NOS trekt de conclusie dat deze ouderen te weinig professionele huishoudelijke hulp of mantelzorg krijgen en doet een beroep op de zorg voor een oplossing. Opvallend is dat de wijkverpleging zelf vindt dat ontzorgen goed mogelijk is.
Begin april vroeg ik op het grote Thuiszorgcongres aan een zaal vol verpleegkundigen en verzorgenden of hun cliënten toe kunnen met minder zorg. Het antwoord van al die zorgprofessionals was: ja, het kan minder, waarbij ze goede voorbeelden gaven. Ik hoor zelfs dat soms de zorg in overleg met cliënten helemaal wordt afgebouwd. Maar er moet dan wel aandacht komen voor het welzijn van eenzame ouderen die alleen thuis wonen.
Wijkverpleging 3.0
Tot voorkort konden deze kwetsbare mensen naar een verzorgingshuis, maar nu is die mogelijkheid er niet meer. Wie vangt ze dan op? In het beste geval: familie, buren, vrienden en waar nodig de zorg thuis. We zijn als sector nu de ‘wijkverpleging 3.0’ aan het organiseren waarbij de wijkverpleegkundige als spil in het web problemen signaleert en mensen ondersteunt bij de oplossing.
Zij leveren zorg waar zorg nodig is en verwijzen door naar buurthuizen, vrijwilligers, initiatieven zoals via WeHelpen.nl en welzijnsorganisaties waar andere ondersteuning nodig is. En kunnen mensen ook helpen met zelfzorg of technologische oplossingen.
Sneller ziek
En daar wringt het. Als mensen niet goed eten en drinken, worden ze instabiel en vallen ze eerder. Als zij vereenzamen en weinig buiten komen, worden ze ook sneller ziek. Voor deze mensen faalt niet de zorg, maar schiet de participatiemaatschappij tekort. En dat is ook niet verwonderlijk: we zijn nog niet zo lang bezig om die sociale verantwoordelijkheid nog meer in de maatschappij te beleggen. Vrienden, buren, de wijkbewoners, ze zijn er nog niet aan gewend om sociale problemen te signaleren, rapporteren én er wat aan te doen. Familie is óf al overbelast als mantelzorger óf nog niet in beeld.
Kijken we naar de wijkverpleging en wat deze wél en niet kan oplossen, dan moeten we óók kijken naar de ‘participatiemaatschappij’. Hoe brengen we die tot stand? Wat hebben familie, vrienden, buren nodig om het sociale netwerk van de thuiswonende oudere te ondersteunen?
Randvoorwaarden
Mijns inziens is de eerste stap nu: organiseer de randvoorwaarden voor de participatiemaatschappij. Mantelzorgers hebben nu vaak een fulltime baan, een gezin met jonge kinderen én een hulpbehoevende ouder. Zij hebben dus ondersteuning nodig, in de vorm van bijvoorbeeld mantelzorgverlof, respijtzorg. Vrijwilligers willen wel bijspringen, maar lopen soms aan tegen beperkingen omdat ze ‘beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt.’ En als blijkt dat de participtatiemaatschappij niet snel genoeg op gang komt en de wijkverpleging meer moet doen, dan is extra budget nodig.
Ondersteuning
Vanuit de zorg kunnen we natuurlijk ook een steentje bijdragen: een aanbod creëren van ondersteuning voor mantelzorgers, een goede inzet van de wijkverpleging. De grote opdracht ligt echter nu niet alleen bij de zorg. Want een bezuinigingsopdracht meegeven aan de wijkverpleging is al ingewikkeld. Het organiseren van de randvoorwaarden voor de sociale opvang is nog veel ingewikkelder.
Aad Koster
Directeur ActiZ