“Ik geef het toeval met opzet een kans” zei kunstenaar Jacco Olivier onlangs in een interview in Trouw. Door de kleuren van de verf door elkaar te laten druipen, het te laten gebeuren, ontstaat iets moois dat je van te voren niet kunt bedenken.
Alleen, zegt de kunstenaar erbij, moet je het dan wel herkennen. “Het is toeval dat die rode stip daar terechtkomt, het is geen toeval dat ik het ontstane beeld vervolgens uitkies en bewaar.” Dat vraagt om het oog en de kennis van een vakman. Tegelijkertijd houdt hij zich zelf liever een beetje voor de gek: “Als ik zo wat pruts, denk ik niet de hele tijd dat ik kunst maak”. Loslaten, de werkjes klein houden en stapsgewijs vormgeven maken het gemakkelijker terloops iets moois te laten ontstaan.
Als amateur-edelsmid herken ik deze werkwijze. Met een groep gelijkgestemden ‘prutsen’ we wekelijks aan onze sieraden. Soms wordt het werk van te voren bedacht en uitgetekend en vervolgens uitgewerkt. Niet zelden komt er iets anders verrassend moois uit, doordat we onderweg iets totaal anders ontdekken dan waarnaar we op zoek waren. Dit wordt ook wel serendipiteit genoemd.
Prutsen in de zorg?
Het lijkt een grote stap van de kunst naar de zorg. Toch is interessant om de complexe werkelijkheid vanuit dit perspectief te bekijken. Op veel plekken in de zorg zijn we óók op weg naar iets nieuws waarvan we nog niet weten hoe het eruit ziet. In de zoektocht naar een houdbaar stelsel dat waarde creëert voor mensen, klinken grote begrippen als nabijheid, menselijkheid, wederkerigheid en zelfredzaamheid.
Om zo’n stelsel te realiseren wordt gezocht naar nieuwe organisatievormen en nieuwe verbindingen tussen burgers, (zorg)instellingen, verzekeraars en gemeenten. Zorginstellingen krijgen hierdoor te maken met complexe derde orde veranderopgaven, die de eigen instelling overstijgen en gepaard gaan met veel onzekerheid.
Geef toeval een kans
Bij de aanpak van deze opgaven helpt het wellicht om te kijken naar de werkwijze van de kunstenaar. Een paar zaken vallen daarbij op. Ten eerste het toeval een kans geven. Wanneer we net als de kunstenaar open staan voor het onverwachte, kunnen we verrassende dingen ontdekken die bijdragen aan de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven van burgers in gemeenten. Dit vraagt wel om het einddoel (het kunstwerk) eerst los te durven laten, even bewust uit het oog te verliezen, omdat je werkt aan iets dat je nog niet kent. Op die manier kunnen nieuwe inzichten en ideeën je toevallen.
Het tweede dat opvalt, is het prutsenderweg werken van de kunstenaar. Stap voor stap vormgeven van de transitie, waardoor gemakkelijker iets ontstaat dat ook tussentijds aangepast kan worden. Ten derde moet je net als Olivier het onverwachte wel kunnen zien en op waarde kunnen beoordelen. Hier is het oog van de kenner voor nodig, die herkent wat de moeite van het doormodderen waard is.
Juweeltjes
Dit doormodderen gebeurt bij voorkeur in dialoog met elkaar. Door in gezamenlijkheid met burgers/patiënten, zorgorganisaties en financiers te leren en te beoordelen wat van waarde is kunnen ook in de zorg mooie juweeltjes ontstaan. Gelukkig zijn er al genoeg inspirerende voorbeelden te vinden. Denk aan het initiatief School2care, een tijdelijke school voor uitgevallen middelbare scholieren. Dit is het resultaat van een samenwerking tussen de gemeente Amsterdam, jeugdzorgorganisaties en het voortgezet onderwijs. Een prachtig initiatief dat – zo kan ik me voorstellen – alleen na lang prutsen voor elkaar is gekomen.