Komende week spreekt de vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over kwaliteit van ouderenzorg. Ik grijp die gelegenheid graag aan om een lans te breken voor één aspect van ouderenzorg dat in mijn ogen te weinig in beeld is: bestrijding van vereenzaming.
Eenzaamheid is niet iets van vandaag. Een oud Nederlands gezegde luidt: “Ieder wordt graag oud, maar niemand wil ’t graag wezen”. Treffender kan de eenzaamheid van de ouderdom die komt met gebreken niet worden geduid.
Steeds meer ouderen
Nederland telt meer dan vier miljoen mensen van 55 jaar en ouder. En dat aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen. Uit onderzoek van TNS/NIPO blijkt dat een op de vier ouderen zich eenzaam voelt. En van die miljoen mensen zijn er tweehonderdduizend extreem eenzaam.
Mensen die hooguit eens in de maand een ander gezicht zien. Die niet of nauwelijks de deur uit gaan. Voor wie – als ze geluk hebben – de thuiszorg het enige aanspreekpunt is. Of voor wie het geregelde bezoek aan de huisarts met het zoveelste ondefinieerbare kwaaltje het enige uitje is.
Willen we dit?
Moeten we dat willen als samenleving? Hoe zal het gaan als steeds meer ouderen langer thuis blijven wonen? Want ouderen willen thuis blijven wonen. Begrijpelijk. Je eigen huis is zoveel vertrouwder dan een verpleeg- of verzorgingshuis. Maar thuis blijven wonen moet wel kunnen. Daar is de situatie soms nog nijpender dan voor mensen in een verpleeg- of verzorgingshuis. Je kunt niet drie hoog achter wonen zonder lift als je gebrekkig ter been bent en afhankelijk van een rollator. Of als je afhankelijk bent van hulp. Omdat je zelf de was niet meer kunt doen, of de boodschappen. Hulp die er misschien wel is, maar die jij niet kunt vinden of durft te vragen.
Hulp aan huis, maar wel vertrouwd
Want ook als je wel goed thuis kunt wonen, ben je er niet. Patiëntenfederatie NPCF heeft onder haar panel van twintigduizend leden onderzocht of mensen weten waar ze terecht kunnen voor hulp in huis. Voor kleine klusjes, boodschappenhulp of gewoon een goed gesprek.
De conclusies zijn onthutsend. Er zijn tal van websites waar mensen kunnen aangeven of ze vrijwilligerswerk willen doen, of een vrijwilliger zoeken voor kleine hand en spandiensten. Denk bijvoorbeeld aan websites als wehelpen, zorgvoorelkaar, buurthulp, makkie, beterthuis, buuv of hulpindebuurt. Maar bijna niemand weet ze te vinden. Onbekend maakt hier letterlijk onbemind.
Daar komt bij dat ouderen terecht huiverig zijn om zomaar een wildvreemde in hun huis toe te laten. Ze willen wel hulp en ondersteuning, maar het moet vertrouwd zijn. En ze durven er vaak niet om te vragen.
Werkgevers kunnen helpen
Patiëntenfederatie NPCF deed onlangs een beroep op werkgeversorganisatie VNO/NCW om hierin gezamenlijk op te trekken. Want Nederland krijgt steeds meer vitale gepensioneerden die vrijwilligerswerk kunnen en willen doen. Maar dan moeten ze wel weten dat ze nodig zijn. Werkgevers zijn als geen ander in staat het gesprek aan te gaan met hun aankomende gepensioneerden over vrijwilligerswerk.
Daarnaast moet het voor vrijwilligers leuk zijn om ’te werken’. Verpleeghuizen moeten investeren in een cultuur die het leuk maakt als vrijwilliger te werken. Het is belangrijk verbindingen te leggen met lokale activiteiten en initiatieven. Dat kan professionals ontlasten en het geeft kansen voor maatwerk in een zinvolle invulling van de dag.
Werkgevers kennen vaak de plaatselijke situatie. Zij weten waar behoefte aan is. Voor ouderen is het bovendien vertrouwd als ze iemand over de vloer krijgen uit de eigen omgeving. Nog te vaak merken wij dat ouderen geen hulp durven vragen uit angst voor het onbekende. Met een gepensioneerde uit de directe (werk)omgeving speelt dit minder.
Geen verdringing
Het is deze grijze ruimte, naast mantelzorg en professionele ondersteuning, die moet worden gevuld. Die ruimte is de valkuil van de eenzaamheid. Dat gat moeten we vullen met vrijwilligers. Het is geen verdringing, want het gaat om zorg die nu niet wordt geboden. De boodschappenhulp, het gras maaien, gewoon een praatje, een gespreksgroep in een verzorgingshuis of simpelweg samen een kopje koffie drinken en mijmeren boven oude foto’s.
De vraag is er
Die vraag om vertrouwde en veilige hulp is er, anders waren er geen miljoen eenzamen. Het aanbod is er ook. Vitale gepensioneerden, woonachtig in dezelfde buurt. Vertrouwde gezichten. Mensen die nu helpen en weten dat zij straks misschien ook hulp nodig hebben.
Wie slaat de brug tussen deze vraag en aanbod? Welke gemeente en werkgever steekt zijn nek uit en gaat hier mee aan de slag? Je helpt mensen die willen aan een zinvolle en dankbare dagbesteding en je haalt de eenzame oudere uit het isolement. Laat eenzaamheid niet volksziekte nummer één worden. De oplossing ligt voor het grijpen, maar wie zet de eerste stap?