Als een patiënt voor het eerst een medicijn verstrekt krijgt, lopen de gemoederen aan de balie van de apotheek soms hoog op. Dat komt doordat de richtlijnen voor de uitgifte zijn veranderd.
Sinds 2014 moet er eerst een formeel gesprek worden gevoerd tussen de patiënt en de medewerker van de apotheek. Dat wil de Nederlandse Zorgautoriteit, de NZa. Dit gesprek heet de ‘eerste terhandstelling.’ Een mond vol. Wat daarmee precies wordt bedoeld, is onduidelijk. Ook de verwachtingen over het ‘gesprek’ lopen uiteen. Want niet elke patiënt heeft daar zin in.
Voorschrift
Ter handstelling, de uitgifte van medicijnen, is inderdaad een risicovolle handeling. Deze handeling mag alleen onder verantwoordelijkheid van de apotheker worden uitgevoerd door bekwaam en bevoegd personeel. Dat is al jaren verplicht. Dus wordt er bij de eerste uitgifte naast de standaardbijsluiter steevast een persoonlijke informatiefolder meegegeven. Elke serieuze apotheker en apotheekhoudende huisarts houdt zich aan dat voorschrift.
Inzichtelijker
Voor de NZa gaat dit niet ver genoeg. Vandaar de eis dat er eerst een gesprek met de patiënt plaatsvindt. Pas als zo’n gesprek wordt gevoerd, mag de apotheker zijn advies in rekening brengen. Deze verplichting is bedacht om de kosten van de prestaties die apothekers leveren inzichtelijker te maken. Vreemd, want de prestatie was altijd al opgenomen in de declaratie. Daarnaast wil de NZa bevorderen dat deze prestaties correct worden uitgevoerd. Dat is op zich niet verkeerd.
Afgeremd
Maar een onduidelijk omschreven ‘gesprek’ werkt een niet-uniforme en niet-gestandaardiseerde werkwijze in de hand. Daarmee wordt de verantwoorde en veilige uitgifte van medicijnen gehinderd. Door de nadruk te leggen op het gesprek wordt bovendien elk initiatief afgeremd om de taak van apotheker op een moderne wijze in te vullen, zoals met ondersteuning middels e-health. Er is evenmin ruimte om na te gaan of de verstrekte informatie inderdaad beter aansluit bij de wensen en behoeften van de individuele klant.
Veel patiënten laten zich geen gesprek opdringen. Zij willen liever worden gewezen op de juiste en betrouwbare informatiebronnen. Zij willen ook dat de apotheek benaderbaar is wanneer er echte vragen zijn. Maar daar houdt de NZa geen rekening mee.
Marjan Terpstra
Farmaceutisch ondernemer en apotheker, tevens eigenaresse van de Lairesse apotheek en de Jan van Goyen apotheek in Amsterdam.