Wat gebeurt er allemaal wel niet aan de keukentafel? We schillen er de aardappels en lezen er de krant. We maken een tekening en eten er. We praten met elkaar of doen een spelletje. Momenteel vinden er aan ‘de’ keukentafel ook gesprekken plaats tussen gemeenten en burgers met een hulpvraag. Ik houd mijn hart vast.
De keukentafel, daar gebeurt het. Dat moeten de Haagse beleidsmakers ook hebben gedacht toen ze de term ‘keukentafelgesprek’ lanceerden. Aan hun keukentafel moet het gesprek plaatsvinden tussen een medewerker van een gemeente en een burger met een participatieprobleem. In dat gesprek wordt door die medewerker geconcludeerd wat die burger nodig heeft en moet doen om te stijgen op de participatieladder.
Vooropgezet plan
In het afgelopen half jaar zijn in veel gemeenten de keukentafelgesprekken van start gegaan. In ons contact met onze cliënten merken we dat de waardering van die gesprekken wisselend is. Vooral het gevoel dat de medewerker van de gemeente met een vooropgezet plan het gesprek in gaat, speelt hen parten. Lang niet altijd is er sprake van gevoel. Vaak is er een concrete opdracht om de professionele ondersteuning af te bouwen, of zelfs te halveren. Als je als burger nog voldoende bij de pinken bent, kun je daar verschillend op reageren. Van meebewegen tot fors tegenspartelen of het stilletjes over je heen laten komen.
Eigen kracht
Veel erger is het voor burgers die geen inzicht hebben in hun eigen (problematische) situatie, laat staan zich de vooropgestelde bedoeling van het gesprek realiseren. Daar is bijvoorbeeld nogal eens sprake van bij mensen met ernstige gevolgen van hersenletsel. Op een simpele vraag als ‘Hoe gaat het met u’ volgt steevast het antwoord ‘Goed’. En op de vraag ‘Kunt u zichzelf goed redden?’ is het antwoord ‘Ja hoor’. Op ‘Hebt u ergens hulp bij nodig?’ volgt ‘Nee hoor, ik kan alles zelf’.
De conclusie die door de medewerker van het wijkteam aan die keukentafel wordt getrokken kan al snel luiden: ‘Afschalen die professionele zorg! Stoppen met het zorgen voor! Eigen kracht!’
Ik maak mij zorgen. Wat zijn de competenties van de keukentafelgespreksvoerders? Hebben zij voldoende kennis, vaardigheden en ervaring en nemen zij de juiste houding aan? Ik maak mij zorgen over de mogelijke vooronderstelling van gemeenten dat er ‘overzorgd’ werd door professionals. En ik maak mij zorgen over de gevolgen van geen of te weinig ondersteuning van mensen met ernstige gevolgen van hersenletsel.
Schrijnend
Vandaar mijn oproep aan gemeenten. Maak gebruik van het aanbod van zorgorganisaties om de medewerkers van de wijkteams te scholen. En mijn oproep aan de medewerkers van de sociale wijkteams is: ga het gesprek in met een onderzoekende houding. Tegen medewerkers van zorgorganisatie zeg ik: bereid je cliënten voor op de keukentafelgesprekken en ga er bij voorkeur bij zitten. Niet om zoveel mogelijk zorguren binnen te halen, maar om een reëel beeld te schetsen van een situatie. Zodat de zorg die echt nodig is er komt. Want als mensen aan hun lot worden overgelaten en achteruitgaan, is dat niet alleen schrijnend, maar kost dat de overheid later heel veel geld.
Jan van Kampen
Bestuurder InteraktContour