De PvdA lijkt niet te kunnen kiezen. Tijdens hun partijcongres verwierpen de leden onlangs een motie waarin de vrije artsenkeuze ‘ongeacht de aard van de polis, volledig, als wettelijk recht’ gegarandeerd zou worden.
Maar in de Senaat verwierpen PvdA-senatoren al eerder de nieuwe zorgwet van minister Edith Schippers omdat die de keuzevrijheid juist zou inperken. Het is een dilemma waar niet alleen de PvdA mee worstelt: mag of moet je de vrije keuze van (in dit geval: patiënten) beperken? Hoe belangrijk is die keuzevrijheid eigenlijk? Wil en kan iedereen wel kiezen?
Het bieden van keuze aan patiënten levert veel positieve effecten op, zo blijkt uit onderzoek. Bloeddonoren die zelf mogen bepalen welke arm gebruikt wordt, zijn tevredener over de procedure. Intensive-care patiënten die zelf mogen kiezen wanneer ze bezoekers ontvangen, eten en oefeningen doen hebben minder last van stress en herstellen sneller. Ouderen die zelf besluiten naar een verzorgingshuis te gaan, weten zich beter te redden dan ouderen voor wie anderen die beslissing hebben genomen. Patiënten die keuzes willen en mogen maken tijdens hun behandeling herstellen sneller, gebruiken minder medicijnen, hebben meer vertrouwen in de arts en zijn tevredener over hun ziekenhuis.
Controle
Keuzes kunnen maken, hoe klein die keuzes soms ook zijn, geeft een gevoel van controle en van autonomie terug aan patiënten die zich machteloos voelen ten opzichte van hun ziekte en hun behandelaar. Zelfs patiënten waarbij het moeilijk of onmogelijk is om controle te bieden over het verloop van de ziekte, ervaren minder pijn en zijn minder vaak depressief als ze toch nog iets te kiezen hebben. Bijvoorbeeld wanneer hun behandeling is, of wat ze willen eten. Patiënten empoweren is belangrijk. Een gevoel van keuzevrijheid en controle is een beter voorspeller van tevredenheid en geluk dan werk, inkomen, gezondheid, religie en burgerlijke staat, zo bleek uit een wereldwijd onderzoek in 2009.
Is keuze dan altijd goed en meer keuze beter?Nee, want niet iedereen wil of kan kiezen. Soms gaan mensen keuzes liever uit de weg omdat ze niet de kennis en vaardigheden hebben, omdat de opties te ingewikkeld zijn of het risico van een verkeerde keuze te groot is. Dat geldt al voor veel mensen bij het kiezen van een nieuwe telefoon, laat staan bij het kiezen van een nieuwe zorgverzekeraar, het zelf kiezen van een behandelaar of het zelf kiezen van de beste behandeling.
Keuzestress
Ook meer keuze is niet altijd beter. Mensen hebben graag een beperkt aantal alternatieven, dus niet 146 gerechten op de menukaart. Ze hebben graag dat die alternatieven duidelijk verschillen, dus niet zoals bij energieleveranciers, want ‘stroom is stroom’. En ze weten graag welke keuze anderen maken die in dezelfde situatie zitten (“als iedereen deze tv koopt, zal het wel een goede zijn”). Dat vermindert de keuzestress.
Wat ook helpt, is proxy controle: schakel de hulp in of vraag advies aan iemand die je kan helpen te kiezen. In dit geval bijvoorbeeld de arts, het ziekenhuis of de zorgverzekeraar. En daar wringt tegenwoordig de schoen. Die worden niet meer vanzelfsprekend vertrouwd in hun bedoelingen en hun deskundigheid. Want ze willen of moeten allemaal winst maken en kosten besparen en daarbij lijkt het belang van patiënten niet altijd voorop te staan, zo denkt de patiënt.
Dubbele paradox
En zo komen we bij de dubbele paradox van de vrije artsenkeuze. Enerzijds worden mensen in onze geïndividualiseerde maatschappij geacht zelf te kunnen en te willen kiezen en levert die persoonlijke keuze ook voordelen op, namelijk een gevoel van controle en autonomie. Anderzijds kunnen en willen veel mensen die keus niet zelfstandig maken omdat de keus te ingewikkeld is en de risico’s te groot. Dus wil je advies inwinnen. Maar degenen die dat advies kunnen geven, worden niet meer vanzelfsprekend vertrouwd in hun onafhankelijkheid en deskundigheid.
Het probleem is misschien niet zozeer dat patiënten zo nodig zelf willen kiezen wie zorg verleent, maar dat ze er niet meer op vertrouwen dat anderen de beste keuze voor hen maken, terwijl ze dat eigenlijk wel willen. Ik denk daarom dat mensen iets anders veel belangrijker vinden dan de vrije-artsenkeuze, namelijk het recht om een andere behandelaar te kiezen als de huidige niet bevalt. Mensen zijn niet zozeer bang dat ze worden opgescheept met een behandelaar die ze niet zelf gekozen hebben, maar met een behandelaar waar ze niet meer vanaf komen als hij niet bevalt.
Tweede keus
Als ik politicus was, of zorgverzekeraar, zou ik dit voorstellen: zorgverzekeraars kiezen de beste en meest ervaren specialisten uit om u te behandelen als u ziek wordt. Maar u heeft als patiënt het recht om een tweede keus te maken als de eerste niet bevalt. Wie kan daar nou op tegen zijn?
Herm Joosten
Universitair Docent bij het Institute for Management Research van de Radboud Universiteit Nijmegen.