Deze herfst zijn vier bijeenkomsten in het land gehouden over samenwerking en mededinging in de langdurige zorg. Die hield de ACM samen met VWS en NZa.
Ik was aanwezig namens ACM en merkte dat zorgaanbieders en gemeenten soms onterecht denken dat de Mededingingswet een belemmering vormt voor een goede samenwerking. Dat is jammer, want zo komt samenwerking waarbij de cliënt gebaat is misschien niet van de grond.
Een vraag die steeds terugkwam was: “Hoe kan ik als zorgaanbieder nu goede zorg bieden als ik niet eens mag samenwerken met mijn collega’s? Wij weten wat goede zorg is, staan dicht bij de cliënt en kunnen daarom samen de cliënt het best bedienen.” Mijn antwoord is duidelijk: samenwerken is prima als het doel van de samenwerking is om de zorg beter te maken. De samenwerking kan bijvoorbeeld gericht zijn op inhoudelijk overleg om zorgstandaarden op een hoger plan te brengen of om de zorgketen goed op de wens van de cliënt aan te laten sluiten.
Grenzen
Er zijn echter ook grenzen. Ik zie in mijn werk bij ACM afstemming of afspraken voorbij komen die niet gericht zijn op het belang van de cliënt maar op de continuïteit van de zorgorganisaties zelf. Dan kan het resultaat van de samenwerking zijn dat de cliënt minder keuzes over heeft bijvoorbeeld door wijkverdeling of uiteindelijk geconfronteerd wordt met een duurder zorgaanbod. De cliënten ondervinden in dat geval meer nadelen dan voordelen van de samenwerking. Dergelijke schadelijke samenwerkingen zijn niet in het belang van de cliënt en daarom niet toegestaan, ook niet op verzoek van de gemeente of het zorgkantoor.
Keuze
Het argument dat het efficiënter is om maar één aanbieder in een wijk of gemeente te hebben en dat cliënten helemaal niet echt willen kiezen, gaat er bij mij niet in. Het is aan het zorgkantoor of de gemeente om de lokale situatie te beoordelen, keuzes te maken voor inkoop van zorg en daarover verantwoording af te leggen richting haar cliënten of burgers. Niet aan de zorgaanbieders.
Waar het dus om gaat, is dat cliënten of hun vertegenwoordigers kunnen kiezen voor een zorgaanbieder die het beste voor hen is. Het principe dat een cliënt bij onvrede voor een andere zorgaanbieder kan kiezen houdt zorgaanbieders scherp om steeds in het belang van de cliënt te blijven werken en dus het beste uit zichzelf te halen. Dat kan alleen als zorgaanbieders geen afspraken maken over wie wat in welke wijk doet en de cliënt dus vrij is om te kiezen. Daar hecht ik, ook als consument, bijzonder veel waarde aan.
Tineke Serlie
manager Directie Mededinging ACM