Zorgaanbieders en zorgverzekeraars maken ieder jaar – voor 19 november – afspraken over de prijs en het volume van de zorg die zorgaanbieders leveren aan patiënten. Deze afspraken worden, per ziekenhuis en per verzekeraar, vastgelegd in een contract.
Ieder ziekenhuis onderhandelt met drie tot vijf verzekeraars. Dit zijn doorgaans pittige onderhandelingen met grote belangen. Het resultaat van deze onderhandelingen, stap één, is een contract op hoofdlijnen met afspraken over welke zorg geleverd wordt en wat dat in totaal mag kosten. Zorgverzekeraars en ziekenhuizen hebben hierbij een gezamenlijk belang, omdat zij hun patiënten en verzekerden dan tijdig kunnen informeren over het zorgaanbod.
Moeizame uitwerking
Stap twee is dat de details van het contract verder worden uitgewerkt, met als sluitstuk het afspreken van concrete prijzen voor individuele zorgproducten. Sommige zorgverzekeraars spannen zich in om deze afspraken, inclusief de prijslijsten, snel rond te krijgen. Echter, bij veel zorgverzekeraars verloopt dat veel moeizamer. Het einde van 2014 is in zicht en nog steeds is er een groot aantal ziekenhuizen dat geen prijslijst over 2014 heeft. Dit blijkt ook uit een inventarisatie van de NVZ onder haar leden ook wel algemene ziekenhuizen en specialistische instellingen. Op 1 oktober 2014 heeft meer dan de helft van de leden met één of meerdere zorgverzekeraars nog steeds geen afspraken kunnen maken over prijzen over dit lopende jaar. Dit is onacceptabel en heeft drie forse nadelen.
Ten eerste kunnen ziekenhuizen de door hen geleverde zorg niet declareren bij de zorgverzekeraar. Ziekenhuizen moeten deze zorg dus gedurende lange tijd voorfinancieren, terwijl zorgverzekeraars maandelijks de premiegelden van hun verzekerden op hun rekening gestort krijgen. In de meeste gevallen ontbreekt bevoorschotting, om een deel van de toekomstige facturen van ziekenhuizen vooruit te laten betalen door verzekeraars. Een bevoorschottingsregeling zou uitkomst kunnen bieden.
Liquiditeitspositie
Ten tweede komt de liquiditeitspositie van ziekenhuizen hierdoor steeds verder onder druk te staan. Banken staan bepaald niet in de rij om dit soort liquiditeitsproblemen te overbruggen. Daarnaast is het slecht onderhandelen over prijzen als de zorg al daadwerkelijk geboden en geleverd is. Ziekenhuizen staan met de rug tegen de muur en iedereen snap dat dit een slechte onderhandelingspositie is.
Ten slotte verkeert de patiënt veel te lang in het ongewisse over zijn gemaakte zorgkosten. Daardoor kan hij geconfronteerd worden met onverwacht hoge rekeningen. Het is natuurlijk niet uit te leggen dat een patiënt die in het voorjaar behandeld is, nog steeds aan het eind van het jaar niet weet wat dit betekent voor zijn eigen risico.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Deze gang van zaken ondergraaft de gezamenlijke verantwoordelijkheid van zorgverzekeraars en ziekenhuizen om het zorgstelsel te laten functioneren, en dat is treurig. Voor de BV Nederland is het prettig dat zorgverzekeraars medio november weten waar ze aan toe zijn, maar hetzelfde moet gelden voor ziekenhuizen en patiënten. Daarvoor zijn contracten nodig, met duidelijke afspraken over de prijzen van behandelingen!
We zouden de sector een grote dienst bewijzen als we loskomen van de jaarlijkse cyclus van eindeloze onderhandelingsperikelen. Verdere professionalisering van de zorgcontractering is dringend gewenst. Ziekenhuizen moeten langlopende investeringen doen, bijvoorbeeld in gebouwen en medische apparatuur. Het sluiten van meerjarencontracten zou dan ook de route zijn, die wij in de toekomst moeten nemen. Daarbij kunnen afspraken worden gemaakt over het profiel van de organisatie, over kwaliteit en innovatie. Dit sluit ook aan bij de eisen van de banken. Op deze manier kunnen ziekenhuizen en zorgverzekeraars gezamenlijk beter hun verantwoordelijkheid voor het stelsel waarmaken.
Yvonne van Rooy
Voorzitter Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)