U kent hem ongetwijfeld: de parabel van de kikkers in warm water. Een bioloog verhit langzaam een met water gevulde lage glazen kom met daarin twee kikkers. Hij verhoogt de watertemperatuur telkens een beetje.
Als hij even later nieuwe kikkers in het heet geworden water zet, springen deze er onmiddellijk weer uit. De twee eerste kikkers blijven zitten. Iets dergelijks lijkt er aan de hand met de ontwikkelingen van de macht van zorgverzekeraars.
Kwalitatief hoogwaardige betaalbare zorg stond de overheid voor. Via een machtsevenwicht tussen zorgaanbieder, zorgafnemer en zorgverzekeraar. De keuzevrijheid van de burger zou de basis moeten vormen van het nieuwe zorgstelsel dat in 2006 is ingevoerd. Maar het machtsevenwicht tussen de drie partijen is in de loop van de jaren verstoord.
Ik hoor het steeds vaker van cliëntenraden: we maken ons zorgen over de toenemende macht van zorgverzekeraars. Zij geven aan dat hun achterban zich zorgen maakt over de eisen die aan ziekenhuizen worden opgelegd, waardoor zorg verschraalt en keuzevrijheid wordt beperkt.
Verschraling
Van de drie partijen die tot een machtsevenwicht zouden moeten komen, volgt de zorgverzekeraar die van de kostenreductie en dientengevolge de zorgaanbieder die van kostenefficiëntie. Dit leidt tot een toename van fusies, met als gevolg een verschraling van het keuzeaanbod en een verdere verstoring van het beoogde machtsevenwicht. Immers de derde partij, de patiënt, heeft minder keuze en dus verdwijnt de prikkel tot kwaliteitsverbetering. Een voorspelbare paradox. Maar de patiënt heeft het nakijken.
Om dekosten verder te reduceren kreeg minister Schippers vlak voor het zomerreces in de Kamer de handen op elkaar voor de wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Verzekeraars waren tot nu toe verplicht medisch specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg tegen een minimale vergoeding van 80 procent te vergoeden. Ook voor niet-gecontracteerde zorgverleners.
Keuzevrijheid
De patiënt zou zo niet financieel gehinderd worden om zelf een zorgaanbieder te kiezen. Met het wegvallen van deze plicht, verliest de patiënt deze keuzevrijheid. Tenzij hij een duurdere restitutiepolis neemt. De keuzevrijheid kost dus geld. En wie dat niet heeft is afhankelijk van de zorgverzekeraar die bepaalt waar de patiënt zijn zorg moet halen. Het water werd langzamer heter: nog een verdere inperking van de keuzevrijheid van de patiënt.
Meer winst
Inmiddels verantwoorden zorgverzekeraars zich weinig voor de kosten die zij maken. Jaren achtereen hebben zorgverzekeraars meer winst geboekt. Met name de vier grote concerns hebben een eigen vermogen dat ruim uitkomt boven de percentages die als buffer gereserveerd moet worden.
Voorgaande jaren leidden deze winsten nog tot consternatie én tot lagere premies het jaar daarop. Vorig jaar drong minister Schippers daarom bij de zorgverzekeraars aan tot verlaging van de zorgpremies. Nu blijft ophef uit en stimuleert het kabinet zelfs een premieverhoging voor 2015.
Privacy
Het beperken van keuzevrijheid ten faveure van kostenbesparing is niet de enige recente ontwikkeling. Zo werd deze zomer door de minister een wetsvoorstel ingediend dat zorgverzekeraars bij restitutieverzekeringen toegang moet geven tot patiëntendossiers om te kunnen controleren of er sprake is van fraude. Wil je als patiënt nog voor de keuzevrijheid betalen, dan gaat dat ten koste van je privacy.Het wijzigingsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer.
Springen
Het lijkt op het verhaal van de kikkers. Langzaam worden er maatregelen geïntroduceerd die de macht van zorgverzekeraars vergroten. In het zorgstelsel dat enthousiast geïntroduceerd werd met de belofte van keuzevrijheid van de patiënt, blijkt die keuzevrijheid nu het eerste slachtoffer.Bij deze een beroep op de volksvertegenwoordigers om op tijd uit het hete water te springen.