Beroepsvereniging V&VN heeft op verzoek van de staatssecretaris van VWS een normenkader ontwikkeld voor het indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving. De zes normen zijn tot stand gekomen in overleg met vele betrokkenen uit het veld. Dat is mooi, want zo hoort het: de beroepsgroep stelt haar eigen normen vast en als zorgprofessional heb je je aan die normen te houden.
Voor iedereen is nu duidelijk dat de verpleegkundige die extramurale zorg organiseert en verleent onafhankelijk is. Deze HBO-opgeleide verpleegkundige handelt namelijk op basis van professionele autonomie. Dat is voor hen overigens geen nieuws: zij doen elke dag niet anders, want dat is hun vak.
Kernwoorden in het normenkader zijn verder: versterken van eigen regie en zelfredzaamheid, besluitvorming op basis van klinisch redeneren, de verslaglegging voldoet aan de V&VN richtlijn en de overdracht voldoet aan de V&VN standaard. Samen dragen ze zorg voor goede zorg aan cliënten en maken ze het mogelijk dat ook verzekeraars kunnen weten dat zij kwalitatief goede zorg voor verzekerden inkopen.
Aanzet beroepsrichtlijn verpleegkundigen
V&VN projectleider en oud-verpleegkundige Rosemarie van Troost zei bij de overhandiging van het normenkader dat het moet worden gezien als een eerste aanzet voor een beroepsrichtlijn. Maar, zo voegde zei daar direct aan toe, het is aan de beroepsgroep zelf om met het normenkader aan de slag te gaan. Op 1 januari 2016 wordt het normenkader geëvalueerd. Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren. Want het draait om samenwerken, transparantie en vooral: vertrouwen. Vertrouwen in de zorgprofessional, vertrouwen in de cliënt. Dat gaat niet vanzelf.
‘Ingroeimodel’ zorginstellingen voor HBO-verpleegkundigen
Intussen is V&VN in gesprek in met werkgeversorganisaties ActiZ en BTN om een opzet te maken voor een ‘ingroeimodel’ voor zorginstellingen die nog onvoldoende HBO-verpleegkundigen in dienst hebben. Voor het indiceren en organiseren heb je nu eenmaal HBO-opgeleide verpleegkundigen nodig. Maar V&VN begrijpt ook dat die niet altijd in voldoende mate voorhanden zijn.
Los van het indiceren: zorg hoeft niet altijd door een HBO-opgeleide verpleegkundige worden verleend. Dat kan in veel gevallen een MBO-verpleegkundige ook. Het gaat om de samenwerking tussen professionals. V&VN is daarover met de zorgverzekeraars in gesprek. Zodat zelfstandige MBO’ers hun cliënten niet kwijtraken.
Zorgverzekeraars kopen wijkverpleegkundige zorg in
Verzekeraars en aanbieders leggen in deze periode de laatste hand aan de zorginkoop voor 2015. Dit gebeurt in een sterk veranderende omgeving, waarin voor het eerst zorgverzekeraars ook de inkoop voor de wijkverpleegkundige zorg voor hun rekening nemen. Sommige verzekeraars lijken moeite te hebben met samenhangende financiering van de verschillende rollen van wijkverpleegkundige. De wijkverpleegkundige heeft taken die niet persoonsgebonden zijn, zoals afstemmen met de gemeente en zichtbaar zijn in de wijk. Het is een groot goed dat deze nu in de basisfinanciering zitten. De wijkverpleegkundige is natuurlijk vooral ook zorgverlener, de financiering is dan persoonsgebonden.
Verpleegkundig vak in volle breedte uitoefenen
Uit angst dat de wijkverpleegkundige ook automatisch de persoonsgebonden zorg oppakt, ontstaan nu vreemde splitsingen die geen recht doen aan de wijkverpleegkundige die zich laat leiden door wat voor de cliënt nodig is. V&VN is tegen deze splitsing. De integrale verantwoordelijkheid van de wijkverpleegkundige is vastgelegd in het expertisegebied van de wijkverpleegkundige. Voor de motivatie van de wijkverpleegkundige en de aantrekkelijkheid van deze functie is het belangrijk dat het vak in de volle breedte kan worden uitgeoefend. V&VN zal in de komende periode deze weeffout die door de technische uitwerking van de akkoorden is ontstaan trachten te herstellen. Dan kan de wijkverpleegkundige haar rol als verbindende schakel tussen het sociale domein en het verpleegkundig en medisch domein optimaal waarmaken.
We moeten af van georganiseerd wantrouwen
Ook hier gaat het om vertrouwen. Als dat er niet is, worden er regels bedacht. In dat opzicht is de zorg niet anders dan andere sectoren. Maar als we ergens van af moeten in de zorg is dat het georganiseerde wantrouwen. Sommige zorgverzekeraars hebben dat al aantoonbaar minder last van. Het kan dus wel.
Volgend jaar is een overgangsjaar in de transitie in de zorg. V&VN zal er alles aan doen om vertrouwen op te bouwen over het normenkader. De zes normen staan in elk geval als een huis. Ze zijn cliënt- en patiëntgericht. Laten wij dat ook in de praktijk van alle dag niet uit het oog verliezen.