Het is goed dat er veel aandacht is voor de kwaliteit van de zorg. Slechte zorg zou niet verplicht vergoed moeten worden. Verzekeraars sturen daarop. Als ze dat doen op basis van goede argumenten is daar niets mis mee.
Belangrijk bij de wijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet is dat mensen zelf kunnen blijven kiezen voor hun eigen behandelaar als ze dat willen. Keuzevrijheid zou moeten ontstaan doordat gekozen kan worden uit verschillende polissen.
Toegankelijkheid
Het Landelijk Platform GGz, de Nederlandse vereniging voor psychiatrie en GGZ Nederland vragen daarbij aandacht voor de toegankelijkheid van die polissen voor iedereen. We weten dat ggz-patiënten (helaas) gemiddeld 30% minder inkomen hebben dan de rest van Nederland. Na aftrek van vaste lasten varieert het besteedbaar inkomen van ggz-patiënten van € 50,- tot € 500,- netto per maand. We weten ook dat een groot deel van hen op of onder het bestaansminimum leeft. Voor 33% van de ggz-patiënten geldt zelfs dat hun besteedbaar inkomen lager ligt dan € 50,- per maand. Zij zullen gezien hun inkomen niet anders kunnen dan kiezen voor een goedkopere budgetpolis.
We weten ook dat mensen in het algemeen niet verwachten dat zij een psychische stoornis gaan krijgen (anders dan bijvoorbeeld een been breken, een hartaanval of dementie, tegenslagen waar mensen bij het kiezen van een verzekeraar rekening mee houden). Vandaar ook dat de solidariteit, de toegang tot en de financiering van geestelijke gezondheidszorg geregeld in de basisverzekering, voor iedereen gelijk is. Er zal immers weinig animo zijn om eens goed in de polis te kijken welke ggz-aanbieder gecontracteerd is. Dat zegt mensen vaak ook heel weinig. Dat is heel anders bij bijvoorbeeld je huisarts, het ziekenhuis of je fysiotherapeut.
Bescherming
Het Landelijk Platform GGz, NVvP en GGZ Nederland vinden dat mensen door de wetgever in bescherming genomen moeten worden als het gaat om solidariteit, toegang en keuzevrijheid. Bijvoorbeeld door af te spreken dat er per verzekeraar een maximaal verschil mag zijn in prijs tussen een polis met keuze en de budgetpolis. Of door de toezichthouder te laten controleren of de restitutiepolis wel voor alle Nederlanders, dus ook de lage inkomens van bijvoorbeeld ggz-patiënten, toegankelijk blijft. Vergelijkbaar met het huidige hinderpaalcriterium, jurisprudentie die maakt dat het het voor patiënten mogelijk moet blijven om voor een niet-gecontracteerde zorgaanbieder te kiezen.
Wat dreigt is dat juist de jonge, gezonde, werkende mensen en de opportunisten voor de budgetpolis willen kiezen, in de verwachting dat zij toch geen zorg nodig zullen hebben. Terwijl dat per definitie voor verzekeraars de meest winstgevende groep is. Het prijsverschil tussen de goedkope budgetpolis en de duurdere restitutiepolis wordt dan nog groter. De tweedeling versterkt zichzelf en de duurdere polissen prijzen zichzelf uit de markt. Verzekeraars kunnen daarop sturen, bijvoorbeeld door de één meer te subsidiëren vanuit het surplus aan reserves dan de ander. Solidariteit wordt dan juist uitgehold. En het zou toch goed zijn als juist ook bij de polissen met meer keuzevrijheid door de verzekeraars gezond gedrag, zelfmanagement en goede keuzes gestimuleerd worden. Dat kan heel goed, sommige restitutieverzekeraars doen dat ook al.
Marjan ter Avest, directeur LPGGz
Paul van Rooij, directeur GGZ Nederland
Noortje Sax, directeur NVvP