Woensdag staat er een schriftelijk overleg over de EU-gezondheidsraad op de Tweede Kamer agenda, waar onder andere ook de onlangs aangenomen nieuwe Europese Tabaksproductenrichtlijn (TPR) op de agenda staat.
Het uitgangspunt van de TPR is om de jeugd te beschermen tegen de schade die veroorzaakt wordt door de tabaksindustrie en haar producten. Daar heeft Europa alle reden toe, aangezien Europa met 16% van alle sterfgevallen boven een leeftijd van dertig jaar het hoogste percentage sterfgevallen door roken heeft ter wereld. In Nederland gaat het om ongeveer 19.000 doden door roken per jaar, die vrijwel allemaal als kind zijn begonnen met roken. En enkele duizenden doden door meeroken.
Ook de Nederlandse overheid heeft haar pijlen gericht op het voorkomen van roken door jongeren. Ze heeft daartoe bijvoorbeeld begin dit jaar de leeftijdsgrens voor het kopen van tabak verhoogd van 16 naar 18 jaar. Daarnaast maken diverse maatschappelijke organisaties zich sterk om de jeugd te beschermen.
Gelukkig weten we wat nodig is om dit voor elkaar te krijgen. Dit staat beschreven in een wereldwijd verdrag, de Framework Convention on Tobacco Control, dat ook door Nederland is geratificeerd. Het gaat om een combinatie tussen een samenhangend pakket aan overheidsmaatregelen om tabaksgebruik in de samenleving terug te dringen en goede voorlichting aan de hele bevolking. De TPR biedt de basis voor een aantal stevige maatregelen die erop gericht zijn de presentatie van tabak meer in lijn te krijgen met de aard van het product, namelijk een verslavend en dodelijk product in plaats van een gezond, fris en stoer snoepje.
Monitoren onontbeerlijk
Iedere marketeer kent het belang van “ken uw doelgroep”. Dat credo geldt net zo goed voor de countermarketing die nodig is om jongeren te beschermen tegen de verleidingen van de tabaksindustrie. Om maatregelen en voorlichting optimaal te kunnen richten is het noodzakelijk om te weten wat er onder jongeren leeft en gebeurd. Bijsturing van beleid is alleen mogelijk als we informatie hebben over de mate waarin maatregelen en voorlichtingscampagnes aanslaan.
Daarom is het een enorm gemis dat de overheid de Roken Jeugd Monitor heeft gestaakt juist nu we, met de TPR en de energie die bij nationale partijen zit om zich op dit gebied in te spannen, de kans hebben een grote slag te slaan in het terugdringen van roken onder jongeren. De Roken Jeugd Monitor was het instrument waarmee al vanaf 1992 jaarlijks het rookgedrag van Nederlandse jongeren tussen de 10 en 19 jaar werd gemonitord. Door de omvang, het langjarige en jaarlijkse karakter was het altijd goed mogelijk om verschuivingen en trends in het rookgedrag van jongeren te observeren en hier conclusies aan te verbinden. Andere studies die aandacht besteden aan het rookgedrag van de Nederlandse jeugd zijn veel kleiner in omvang, beslaan een beperktere leeftijdsgroep en/of worden slechts eens per 4 jaar uitgevoerd.
Cijfers ontbreken
Voor de korte termijn betekent het verlies van de Roken Jeugd Monitor dat we over 2014 geen cijfers meer hebben ten aanzien van het roken onder Nederlandse jongeren. Zowel de overheid als de maatschappelijke organisaties hebben daardoor onvoldoende informatie over wat de effecten zijn van hun investeringen en activiteiten. Dat beperkt de mogelijkheid tot bijsturing. Op de middellange termijn missen we informatie over bijvoorbeeld trends in de leeftijd waarop kinderen beginnen met roken.
Wij delen de mening van de overheid dat het van groot belang is te streven naar een efficiënte inzet van mensen en middelen. Het schrappen van de Roken Jeugd Monitor werkt daarin op dit moment contraproductief door het belemmerende effect op een optimale inzet van tabakspreventieve activiteiten.
Ook in het kader van de TPR
Naast de wens tot het monitoren van het effect van de in de TPR beschreven maatregelen op het jeugdroken draagt de TPR nog een reden in zich om een goede jeugdmonitoring te handhaven.
De TPR maakt een uitzondering voor tabaksproducten die nu nog niet/nauwelijks door jongeren gebruikt worden, zoals sigaren. Dit marktsegment introduceert echter steeds meer producten die potentieel juist erg aantrekkelijk zijn voor jongeren: lichte cigarillos met filter, in kleine verpakkingen, met toevoeging van smaakjes als perzik, chocolade en vanille en met spectaculair lage prijzen. De TPR biedt de mogelijkheid om deze uitzondering op te heffen zodra wordt aangetoond dat deze producten wél door jongeren worden gebruikt. Ook hiervoor is een goede monitoring van het rookgedrag door jongeren noodzakelijk. Doen we dit niet dan wapenen we ons onvoldoende tegen de mogelijkheid dat de industrie via slinkse wegen de regelgeving probeert te omzeilen om onze jeugd alsnog te verleiden.
Onno van Schayck
Wetenschappelijk directeur landelijke Onderzoeksschool CaRe