Rijdend door Flevoland richting Almere kom ik plotsklaps in een leuke discussie tussen Paul van Liempt (BNR) en Ton Heerts (FNV) terecht.
Van Liempt stelt dat CAO’s niet meer van deze tijd zijn en een looneis van 3 procent op dit moment echt niet zou kunnen. Hij voegde er aan toe dat dit jaar ’tot nog toe’ veel minder CAO’s zouden zijn afgesloten dan in voorgaande jaren. Bovendien zou de gemiddelde contractloon stijging niet meer dan 1,6 procent bedragen.
Vertrouwen
Ton Heerts wordt er niet warm of koud onder. Hij pareert de stelling door er op te wijzen dat de CAO’s die wel zijn afgesloten een groter aantal werknemers betreffen dan de CAO’s die vorig jaar rond dezelfde tijd gereed waren. Hij wijst er bovendien op dat de FNV duidelijk heeft gekozen voor een salariseis die de niet gecompenseerde inflatie over de afgelopen jaren zou moeten opvangen. Hij voegt er aan toe: “Het effect van koopkrachtstijging is natuurlijk dat mensen eindelijk weer eens wat meer te besteden hebben. Maar veel belangrijker is dat het vertrouwen terug komt, zeker na alles waar de burgers de laatste jaren voor hebben mogen opdraaien.”
Pijnpunt
Van Liempt vindt dat daar wel wat in zit, maar is het er niet mee eens dat een loonstijging van 3 procent goed zou kunnen zijn voor de economie. Vervolgens gaat het over het begrotingstekort, de bezuinigingen bij de overheid en de enorme vermindering van de werkgelegenheid in de publieke sector. En passant komt de positie van jongeren en 50+ers op de arbeidsmarkt aan de orde en roept iemand iets over de arbeidsparticipatie van vrouwen. Ook het pijnpunt ‘dat het vertrouwen in de pensioenen ernstig onderuit is gegaan’ brengt Van Liempt ter sprake.
Solidariteit
Heerts wijst in dit verband op het overheidsbeleid en schakelt moeiteloos door naar de directe gevolgen van bezuinigingen voor mensen die werkzaam zijn in de thuiszorg. En zo komt ook het woord ‘solidariteit’ in het gesprek; het belang dat werknemers solidair zijn, elkaar steunen. Heerts meldt: “Blij te zien dat mensen bereid en in staat zijn samen op te trekken als het gaat om gemeenschappelijke belangen in het besef dat het spreekwoord ‘heden ik, morgen u’ betekent dat iedereen de kans loopt een keer tussen wal en schip te komen.”
Cultureel erfgoed
Ondanks de scherpe vraagstelling van Paul van Liempt kom ik steeds meer tot de conclusie dat Heerts niet reageert vanuit ‘vakbondsretoriek’ maar in wezen bezig is ons cultureel erfgoed uit te leggen. Zijn opstelling is in de kern ook niet zoveel anders is dan de uitgangspunten die we kennen van de werkgevers, onder meer verwoord door VNCO NCW en de AWVN.
In de kern snakken de organisaties van werkgevers en werknemers allemaal naar “herstel van vertrouwen”. En streven ze samen ook naar “behoud en groei van werkgelegenheid” als voorwaarde voor economische ontwikkeling. Hoog op de gemeenschappelijke agenda staat “investeren in economische structuur, in koopkracht en in banen.”
Spel
De kracht van de samenwerking tussen de organisaties van werkgevers en werknemers is dat altijd het langetermijn-perspectief centraal staat. Dat zou je soms niet denken als de discussie gaat over de eisen die rondom de CAO’s over en weer op de tafel worden gelegd. Ik zie dat als het spel van de onderhandelaars, maar niet als de bestuurlijke basis waarop werkgevers en werknemers samenwerken.
Ook de ‘de acties vanuit Den Haag’, die niet zelden zijn ingegeven door een politieke horizon die niet veel verder reikt dan de volgende verkiezingen, nopen tot kortetermijnreacties. Maar in de kern gaat het altijd over de lange termijn. Hoe we in de BV Nederland kunnen zorgen voor duurzame welvaart, een bloeiend bedrijfsleven en vooral een dienende overheid.
Gedeelde waarden
Wat mij betreft, zijn die gedeelde waarden belangrijker dan we zo op het eerste gezicht beseffen. Wat mij betreft maakt Paul van Liempt daar een themaprogramma van. Liever dan het hijgerige geblaat dat ons hele stelsel van arbeidsverhoudingen op de schop moet en de organisaties van werkgevers en werknemers geen bestaansrecht meer zouden hebben.