De Nederlandse geestelijke gezondheidszorg geldt in het buitenland als vooruitstrevende koploper. Hier te lande is de discussie over de zin en onzin van systematische Routine Outcome Monitoring (ROM) nog immer gaande.
Het bestuurlijk akkoord van VWS en anderen met de GGZ in 2012 heeft ertoe geleid dat de meeste aanbieders vooral bezig zijn geweest de vereiste volumenormen te halen. Dat om boetekortingen door de verzekeraars te voorkomen. Het goede gevolg daarvan is geweest dat bijna alle GGZ-organisaties nu in versneld tempo hun systemen hebben ingericht om de vereiste ROM-metingen bij hun patiënten te kunnen afnemen. Het slechte nieuws daarbij is dat de doorontwikkeling van ROM als instrument om voortgang in de behandelingen te meten nog maar sporadisch het eerste doel van de ROM-meting is.
Transparantie
Als voormalig behandelaar en arts-psychotherapeut ben ik altijd een voorstander geweest van transparantie in de behandelkamer. Was ook een voorstander van het gebruik van het one-way screen, zodat collegae en studenten kritisch mee konden kijken en denken. Toen collega George Witte van Rivierduinen rond 2006 via het LUMC op zoek was naar medestanders voor de ontwikkeling van een ROM-systeem, sloot ‘mijn’ GGz Breburg zich dan ook met enthousiasme aan – het LUMC was de plek waar onder anderen professor Frank Zitman en Edwin de Beurs (nu Inhoudelijk Directeur van de Stichting Benchmark GGZ) bezig waren de ROM-instrumenten te ontwikkelen. Zo werd Synquest opgericht; een samenwerkingsverband dat zich ten doel stelde om meer body te geven aan het evalueren van behandelingen, het doorontwikkelen van de ROM, verder onderzoek en het organiseren van een onderlinge benchmark.
Stilstand
Buiten Nederland was men onder de indruk van hoe wij hier bezig waren met het opzetten van dit effectonderzoek. Maar nu, vanuit mijn ‘vrije’ positie o.a. als toezichthouder en adviseur zie ik de laatste jaren met lede ogen dat die veelbelovende ontwikkelingen tot stilstand dreigen te komen.
Daarom heb ik de handschoen opgepakt. Onder auspiciën van P5COM heb ik elf vooraanstaande collegae uit het GGZ-veld bezocht en gevraagd naar hun gedachten over ROM. Samen vertegenwoordigen zij het Landelijk Platform GGz, de SBG, de verzekeraars, de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en een aantal GGz-instellingen. U gaat stevige meningen en opvattingen lezen die herkenbaar de soms felle discussie over de ROM weergeven.
Round table
En om die discussie nog levendiger te maken organiseert P5COM op 30 april samen met Skipr een ronde tafel met dit selecte gezelschap. Een verslag daarvan zal in Skipr magazine nummer 7/8 van juni 2014 verschijnen. Ik hoop dat dit leidt tot een nieuwe aanzet om de ROM door te ontwikkelen voor datgene waarvoor het is bedacht, namelijk allereerste inzage in de voortgang van de behandeling. Dat zijn we aan onze cliënten verplicht.
Jan Tromp
Bestuursadviseur P5COM en voormalig zorgbestuurder