Nederland geeft per jaar meer dan 90 miljard uit aan de gezondheids- en welzijnszorg. Dat is een enorm groot bedrag: meer dan 15 procent van het bruto binnenlands product en meer dan 5.500 euro per hoofd van de bevolking. Met zo’n bedrag kun je ook allerlei andere nuttige en leuke dingen doen. En wie wil er niet graag minder betalen aan zorgpremie, ziekenhuis, huisarts en thuiszorg. Maar kan dat zomaar?
‘Echte’ marktwerking in de zorg
Om te beoordelen of kosten hoog zijn, moet men ook naar de hoogte van de opbrengsten kijken. Dat is een van de problemen in de zorg. De zorg wordt als een bedrijf beschouwd als het gaat om kosten, maar niet wat betreft de opbrengsten. Dat gaat anders in de profitsector. Ondernemingen berekenen naast de kosten ook winst en halen op die manier een belangrijk deel van de marktwaarde van hun producten en dienstverlening naar zich toe. En winstmarges zijn vaak behoorlijk. Stel je eens voor dat men in de zorg, naast de kosten op basis van DOT’s, DBC’s, ZZP’s en dergelijken, ook een deel van de marktwaarde van de dienstverlening en behandelingen (de ‘consumentenpremie’) zou doorberekenen. Dat zou het begin zijn van ‘echte’ marktwerking. Daar hoort immers een vergoeding (winst) bij voor het risico door marktwerking. De zorgsector had dan een probleem minder en onze samenleving een meer. Volgens mij is de eenzijdige wijze waarop naar de zorg wordt gekeken niet fair. Ik ben het eens met collega Theo Poiesz dat het zonde is dat de zorg zo bescheiden is. Dat geldt ook op het gebied van financiën, zeker in vergelijking met een aantal andere sectoren.
Cash is quick
Maar natuurlijk gaat het niet altijd goed. Men moet alert zijn en verspillingen in de gaten houden. Men moet op de kleintjes letten en de zorguitgaven moeten omlaag. Maar dan wel op een verstandige manier. Liever niet zoals vaak bij overheden en een deel van de profitsector. Overheden bezuinigen op basis van een kasgeldboekhouding en kunnen op die manier op de korte termijn relatief gemakkelijk succes scoren. Maar door vandaag uitgaven te verminderen kunnen er morgen meer uitgaven en minder ontvangsten ontstaan. En dat leidt, rekening houdend met de time value of money, mogelijk tot een immense waardevernietiging. Dat blijkt niet uit kasgegevens. Die laten op korte termijn een fraai beeld zien en niet dat er op lange termijn kostbare zaken verloren gaan. Voor een verantwoord beeld van kosten en lange termijneffecten, is het belangrijk om uitgaven adequaat toe te rekenen (matching).
Human capital
De belangrijkste uitgaven in de zorg hangen samen met personeel. Human capital is vaak de meest waardevolle activa van een instelling, maar de uitgaven voor personeel worden niet als een investering gezien. In financiële overzichten, zoals jaarrekeningen en begrotingen, zijn het uitgaven die het resultaat drukken. Als men op de korte termijn financieel wil scoren, dan gaat dat relatief gemakkelijk door op de loonlijst te schrappen. Dat heeft een gunstig effect op de kasuitgaven. Maar wat betekent dat op lange termijn?
Mensen die met veel passie iets voor anderen willen betekenen, zijn schaars en kostbaar. En voor dergelijke motivatie geldt hetzelfde als voor vertrouwen: het komt te voet en gaat te paard. Door goed gemotiveerd personeel aan de kant te zetten, ontstaan verliezen en nemen de kosten toe.
Maatschappelijk verantwoord
Het verlagen van de zorguitgaven is nodig. Maar wel op een maatschappelijk verantwoorde manier. Met een passende financiële onderbouwing op basis van een adequate toerekening van uitgaven en rekening houdend met de effecten op de gewenste kwaliteit. Anders worden de toekomstige zorgkosten echt onbetaalbaar.
Jos Blommaert
Hoogleraar Financial Accounting aan de Tilburg University en werkzaam bij TiasNimbas Business School. Tevens hoogleraar Bedrijfseconomie aan de Universiteit van Leiden en verbonden aan Bureau Vaktechniek van BDO Accountants en Adviseurs.
Deze bijdrage is geschreven op persoonlijke titel.