Concentratie of regionale samenwerking, that’s the question in de oncologische zorg in Nederland. Voorop gesteld: die zorg is goed. Maar, zo werd in een onlangs verschenen rapport van de Signaleringscommissie Kanker bevestigd, er zijn nog steeds relevante verschillen in de kwaliteit van zorg tussen ziekenhuizen.
Voor patiënten een onverteerbare situatie: het zou niet moeten uitmaken of je je als darmkankerpatiënt laat behandelen in het ziekenhuis van Helmond, Hengelo of Heerlen.
Kwaliteitsnormen
Om hier verandering in te brengen adviseerde de Signaleringscommissie vier jaar geleden al om in te zetten op een mix van maatregelen. Ten eerste pleit de commissie voor concentratie van zorg voor tumoren die weinig voorkomen en/of waarvan de behandeling complex is. Voor de chirurgische behandeling van een aantal tumorsoorten is hier door de beroepsgroep voortvarend werk van gemaakt, zoals voor alvleesklier-, slokdarm- en maagkanker. Voor verschillende andere tumorsoorten is nog een flinke weg te gaan. Bij deze weg hoort ook het ontwikkelen van kwaliteitsnormen, het opzetten van een goede en betrouwbare registratie en transparantie over de kwaliteit van de zorg. Omdat de patiënt er recht op heeft om te weten wat hij kan verwachten in welk ziekenhuis. Deze informatie kunnen patiënten helpen bij het maken van een keuze van een zorgverlener. Tevens gaat van deze publieke transparantie een verder kwaliteitsverbeterend effect uit, zoals de ervaringen in Zweden leren. Inzicht in kwaliteit van zorg stelt bovendien behandelaars in staat van elkaar te leren; een arts die ziet dat de behandeling van een zelfde aandoening in het aanpalende ziekenhuis betere resultaten oplevert, kan met die kennis zijn voordeel doen.
‘Dichtbij als het kan’
Concentratie van oncologische zorg leidt er onvermijdelijk toe dat ziekenhuizen zullen moeten stoppen met de behandeling van bepaalde tumoren. Tegen deze achtergrond heeft een aantal partijen in het ziekenhuiswezen de koppen bij elkaar gestoken en een intentieverklaring opgesteld waarin gepleit wordt voor regionale samenwerking tussen ziekenhuizen op het terrein van oncologische zorg. In oncologische netwerken gaat expertise gedeeld worden; specialisten stellen gezamenlijk protocollen op en schuiven aan bij een regionaal multidisciplinair overleg. Dit alles onder het motto: ‘Dichtbij als het kan, verder weg als het moet’.
Een sympathiek initiatief. Want uiteraard valt er een enorme winst te behalen als regionale samenwerking tussen ziekenhuizen en zorgverleners van de grond komt. Samenwerking, of, in jargon, integrale ketenzorg – wie kan er tegen zijn? Niemand, en ik dus ook niet. En toch denk ik dat we hier geen prioriteit aan moeten geven. Om de kwaliteit van de kankerzorg echt te verbeteren zullen we allereerst moeten inzetten op verdere concentratie van de zorg. Dat leidt tot aanzienlijk betere uitkomsten van de behandeling, zoals de praktijk bij alvleesklier-, slokdarm- en maagkankerlaat zien. Na deze eerste cruciale stap, is het inrichten en organiseren van de samenwerking tussen de centra en regionale ziekenhuizen en de regionale zorgverleners onderling een belangrijke tweede stap. Maar wel in die volgorde. Wie een taart bakt begint met het maken van het deeg en de bodem. Daarna volgt de slagroom en het fruit.
Michel Rudolphie
Directeur KWF Kankerbestrijding