Al geruime tijd verschijnen in media diverse artikelen over de wijze waarop kleine zorgverleners als ergotherapeuten, psychotherapeuten, fysiotherapeuten en logopedisten door de zorgverzekeraars onder druk worden gezet. Die verzekeraars geven het ook zelf toe.
In de Volkskrant van 12 november 2013 doet Chris Oomen, directeur van verzekeraar DSW enkele krasse uitspraken over deze zorgaanbieders: “Kleine zorgaanbieders krijgen door de verzekeraar voorgeschreven wat het contract is’ en ‘kleine zelfstandige zorgaanbieders zijn slachtoffer van het huidige systeem”.
Tarieven omlaag
Zorgverzekeraars verlagen hun premies over de ruggen van deze zorgaanbieders. Zorgverzekeraars willen niet onderhandelen over tarieven maar dwingen te tekenen bij het kruisje. Daarnaast hanteren de zorgverzekeraars al jaren de nul-lijn. Al drie jaar op rij zijn bijvoorbeeld de tarieven voor ergotherapie niet verhoogd. En de eerste signalen zijn dat ook in 2015 die nul-lijn zal worden gehanteerd. En hoog zijn die tarieven echt niet. Het argument van de zorgverzekeraars: “Dat gebeurt elders in de maatschappij toch ook?” Ja, maar de zorgverzekeraars vergeten dat het niet alleen om het ‘loon’ van de zorgaanbieder gaat. De kosten om een praktijk te voeren stijgen wel ieder jaar. Daardoor is niet eens sprake van een nul-lijn.
Dat heeft verstrekkende gevolgen. Door de tarieven voor zorgaanbieders jarenlang te bevriezen of feitelijk omlaag te brengen, kunnen de zorgaanbieders niet innoveren en daardoor de kwaliteit van de zorg niet verbeteren. En dat is toch waar het allemaal om te doen is? Steeds betere zorg!?
Afknijpen zorgaanbieders is ‘kiezersbedrog’
Daarnaast: Het afknijpen van de zorgaanbieders belemmert dat zij de tijd voor hun cliënten kunnen nemen om de best mogelijke, en daardoor ook kostenbesparende, zorg te verlenen. En juist voor de groepen die deze zorg hard nodig hebben, de ouderen en de chronisch zieken, komt dit hard aan. Wat deze strategie van de verzekeraars duidelijk maakt is dat zij slechts financiële instituten zijn en niets (meer) met zorg te maken hebben. Dat is een vorm van ‘kiezersbedrog’, want zorgverzekeraars gaan, zeggen zij in hun reclames, “voor de beste zorg” voor hun klanten. Uit eigen ervaring (ik heb jarenlang aan de zorginkoop kant gewerkt) weet ik echter dat rendement op de verzekeringsportefeuille de voornaamste drijfveer is. Het zou goed zijn als de zorgverzekeraars daar eerlijk over zouden zijn.
Zorginkoopmacht
Ik vind dat de zorginkoopmacht van de zorgverzekeraars de kwaliteit van de zorg zeer negatief beïnvloedt. Als ik de plannen van de minister en de staatssecretaris beoordeel, die er op neer komen dat dure zorg (ziekenhuiszorg) plaats moet maken voor goedkopere, maar kwalitatief goede eerstelijns zorg, dan vrees ik dat realisatie hiervan door het handelen van de zorgverzekeraars, erg moeilijk zal worden. Ik verwijs hierbij naar het ‘tekenen bij het kruisje’. Goedkoop wordt zo duurkoop.
Is er mogelijkheid tot verbetering binnen het huidige stelsel? Jazeker! We weten allemaal hoe het op een markt toegaat. Er is vraag en er is aanbod. Vervolgens onderhandelt men met elkaar over prijs, kwaliteit en hoeveelheid. Uiteindelijk komt er een overeenkomst tot stand die beiden tevreden stelt.
Collectief onderhandelingen
Zorgverzekeraarskunnen niet onderhandelen met al die duizenden individuele zorgaanbieders. Dat snap ik. Wat ik niet snap is dat om de een of andere onbegrijpelijke reden de wetgever er voor gekozen heeft dat vertegenwoordigende organisaties, zoals beroepsverenigingen als Ergotherapie Nederland, niet mogen onderhandelen over de tarieven en de contracten. Bizar, want vakbonden mogen wel onderhandelen over lonen en arbeidsvoorwaarden; feitelijk geen enkel verschil. Werknemers (zoals die van verzekeraars, en die zitten echt niet op de nullijn) kunnen rechten ontlenen aan cao’s ( de c is van collectief). Waarom mogen beroepsbeoefenaren zich niet laten vertegenwoordigen en collectief ja of nee zeggen? Het niet mogen onderhandelen door beroepsorganisaties betekent ook dat het beeld van zorgverzekeraars over zorgaanbieders niet juist is. Ze weten inhoudelijk niet wat de zorgverlener te bieden heeft en kunnen het rendement van die zorgaanbieder niet meer inschatten. Juist doordat ze uitsluitend nog financiële instellingen zijn en geen kennis van zaken hebben.
Schrijnend is bovendien de (herhaalde) opmerking van de NZa: ‘het is maar goed dat er sprake is van een inkoopmarkt in plaats van een verkoopmarkt’. De NZa laat hier haar ware gezicht zien: geen objectieve marktmeester maar een bevooroordeelde.
Marktwerking
Mijn pleidooi is, laat de echte markt nu zich ontwikkelen. Geef de verkopers (lees zorgaanbieders) net zoveel macht als de inkopers. Pas dan kan de zorg structureel en fundamenteel veranderen én verbeteren. Zorgverzekeraars vertegenwoordigen hun verzekerden (althans dat zeggen ze), laat de beroepsorganisaties dan hun beroepsgenoten vertegenwoordigen.
Waarbij de vraag blijft of de verzekeraars door het afknijpen van de ‘kleine’ zorgverleners hun verzekerden wel echt vertegenwoordigen doordat zij het langzamerhand onmogelijk maken dat ‘kleine’ zorgaanbieders kunnen blijven bestaan.
Theo van der Bom
Directeur bestuurder Ergotherapie Nederland