In het voorjaar 2004, nu dus tien jaar geleden, vond er een bijeenkomst plaats bij de toenmalige minister van VWS, de heer Hoogervorst, over de invoering van de nieuwe declaratiestructuur voor de medisch specialisten en de ziekenhuizen, bekend onder de naam DBC-systematiek.
Sinds 1994, weer tien jaar eerder, waren er al talloze mensen en adviseurs bezig geweest om deze systematiek van Diagnose Behandeling Combinaties (DBC) op te tuigen. Het doel van deze nieuwe systematiek was bevordering van de marktwerking in de ziekenhuiswereld, de transparantie van kosten en prijzen voor de consument en de integratie van de medisch specialistische hulp en de ziekenhuiszorg.
Vrijheid
In de eerder genoemde bijeenkomst bij de minister met alle koepels en de toenmalige voorzitter van het tarievenorgaan CTG, was iedereen vol vertrouwen dat het allemaal prima zou verlopen. Bewijsmateriaal daarvoor was er niet, goede en representatieve testen waren niet gedaan, maar koepels en minister vonden elkaar in een gezamenlijke agenda: de minister wilde marktwerking en de koepels wilden vrijheid van tarieven en opheffing van het CTG.
Kritiek
In die bijeenkomst werd van de zijde van het CTG een aantal zeer kritische opmerkingen gemaakt ten aanzien van de haalbaarheid van het DBC-systeem. Opmerkingen, die door het CTG steeds gedurende de voorbereidingstijd naar voren waren gebracht, maar die geen enkel gehoor kregen bij koepels en ministerie. De kritische kanttekeningen betroffen onder meer de volgende.
Brute overgang
Het systeem met tienduizenden DBC’s was te ingewikkeld, de overgang was veel te bruut voor de ziekenhuizen, de echte integratie tussen specialisten en ziekenhuizen zou niet tot stand komen en de transparantie voor de consument was er in het geheel niet. Integendeel zelfs. De kosten van het systeem waren volstrekt onduidelijk en de kansen op explosieve groei waren levensgroot.
De aanwezige bonzen van de koepels en de minister en zijn topambtenaren keken meewarig naar deze roepende in de woestijn, bovendien verdacht vanwege vermeend behoud van de eigen machtspositie van het CTG.
De conclusie van de bijeenkomst was dat het DBC-systeem met vertrouwen kon worden ingevoerd.
Kostbare mislukking
Het is nu (bijna) voorjaar 2014, weer tien jaar later. Men zou zeggen tijd om de hele gang van zaken rond de invoering en de voortgang en realisatie van het DBC-systeem te evalueren. In deze tien jaar is het DBC-systeem symbool geworden van een zeer kostbare mislukking van een financieringssysteem voor de medisch specialistische zorg. Vrijwel alle doeleinden zijn niet bereikt en het systeem was onderhevig aan grote kritiek van alle betrokken partijen. Dezelfde partijen die destijds het volle vertrouwen hadden in de goede afloop van het avontuur. In het kort kan na tien jaar het volgende worden geconstateerd.
Macrobudgetkorting
Het DBC-systeem was veel te ingewikkeld, en is in de loop der tijd gewijzigd in het zogenaamde DOT-systeem, waarover partijen nog steeds zeer kritisch zijn. De beoogde transparantie is er in het geheel niet. De patiënten begrijpen er helemaal niets van, de ziekenhuizen hebben nauwelijks inzicht in de kosten/baten en de cash flow rond het systeem, de verzekeraars zijn evenzeer zeer kritisch over de inzichtelijkheid van de prijzen en producten en de beoogde integratie tussen specialisten en ziekenhuizen is nog steeds niet tot stand gebracht. Tenslotte zijn de onzekerheden rond de groei van de kosten door de minister van VWS te lijf gegaan met een klassiek instrument uit de CTG tijd: de macrobudgetkorting.
Mantra’s
In de afgelopen tien jaar heb ik vele blogs en columns gewijd aan de gezondheidszorgen in het algemeen en aan het ziekenhuisbedrijf in het bijzonder. De geschiedenis herhaalt zich is een oud gezegde en dat is zeker ook het geval met het beleid inzake de zorg. Veelvuldig worden dezelfde mantra’s gebezigd waarbij het zogenaamde belang van de patiënt voorop zou staan. Veelal was niet het belang van de patiënt, maar de agenda van de belanghebbende machtsposities leidend voor het beleid. De overheid wilde van het kosten probleem af. De koepels wilden vrijheid en verlost worden van het strakke tariefregime, de verzekeraars wilden meer macht hebben.
En nu liggen er weer brieven van de minister over weer dezelfde onderwerpen, de integratie van specialisten en ziekenhuizen moet nu in 2015 gaan plaats vinden, de scherpe kantjes van de mededinging worden weer bijgevijld en last but not least het toezicht op het onderhoud van het DBC/DOT-systeem komt weer in handen van de overheid, lees de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), rechtsopvolger van het CTG. Tien jaar geleden waren partijen mordicus tegen een toezichtfunctie van het CTG op het DBC-systeem. Nu partijen hebben gefaald, mag de overheid het weer doen.
Voor mij persoonlijk was dit laatste feit een soort signaal dat de cirkel weer rond was en het tijd werd om te vertrekken. Dat gelijk hebben en gelijk krijgen niet hetzelfde is, is een les die ik al lang geleerd heb, maar voor de laatste keer mag een columnist zich zelf gelijk geven.
Het ga u allen goed.
Rob Scheerder, Health Columnist