Nog niet zo lang geleden zat ik in het televisieprogramma ‘Kassa’ tegenover Bart Combée, directeur van de Consumentenbond. Hij presenteerde de resultaten van het derde onderzoek op rij dat de Consumentenbond het afgelopen jaar over de ouderenzorg heeft uitgevoerd. ‘Onterechte betalingen’ was dit keer het thema.
De uitkomsten liegen er niet om. Meer dan 50 procent van de zorgorganisaties brengt kosten in rekening voor het woon-klaar maken van de woning; meer dan 25 procent van de aanbieders verplicht nieuwe bewoners om een senioren-bed aan te schaffen; 20 procent van de organisaties houdt zich niet aan de regels rondom het wassen van kleding en linnengoed. De eindconclusie van de Consumentenbond is dat een nieuwe bewoner gemiddeld zo’n 1500 euro kwijt is aan een verhuizing naar een verzorgings- of verpleeghuis.
Dergelijke uitspraken moeten gebaseerd zijn op feiten; zij hebben immers een grote impact op de beeldvorming over organisaties in de ouderenzorg. Vanaf het begin af aan is mijn stelling geweest dat het jammer is dat de Consumentenbond zich uitsluitend op schriftelijk materiaal baseert en citaten publiceert zonder hoor en wederhoor toe te passen. Aan Bart Combée heb ik daarom voorgesteld om mij de onderzoeksgegevens te overhandigen, zodat wij hier als branche mee aan de slag kunnen gaan.
Andere uitkomsten
En dat gebeurde. De afgelopen weken zijn alle citaten voorgelegd aan de zorgorganisaties die het betrof. Feitelijk hebben wij daarmee het onderzoek afgerond. Hoor en wederhoor leidt inderdaad tot andere uitkomsten. Zo geeft meer dan de helft van de zorgaanbieders aan dat het citaat onjuist of onvolledig is. Vaak komt dit doordat bijvoorbeeld aanvullende informatie uit (ander) foldermateriaal niet is opgenomen of de (mondelinge) nuancering ontbreekt. De werkwijze in de praktijk blijkt daarnaast bij de meeste zorgaanbieders meer in lijn met de richtlijnen. Daar waar onverhoopt zaken (informatievoorziening of praktijk) moeten worden aangepast, is vrijwel iedereen hiertoe onmiddellijk bereid.
‘Onbegrijpelijk’
Verontwaardiging en kritiek is er ook. Op de wijze waarop de Consumentenbond het onderzoek heeft uitgevoerd: ‘onbegrijpelijk en onnodig kwetsend’. Maar ook over landelijke regelgeving die niet eenduidig is en ‘wel in de vorige eeuw lijkt te zijn gemaakt’.
Diversiteit
Hoe nu verder? Trekken we het boetekleed aan omdat een aantal van onze leden hun informatievoorziening kan verbeteren? Of gaan we overal duidelijk maken dat het in de praktijk niet zo erg is als de Consumentenbond doet voorkomen? Mijn voorstel is een andere. Vanzelfsprekend moeten de kaders waarbinnen de zorg geleverd wordt helder en eenduidig zijn. Wat goede zorg is laat zich echter niet vertalen in gedetailleerde regelgeving of afspraken over ‘de hoeveelheid balletjes in de soep’. Het zijn de behoeften en wensen van cliënten die tellen bij het maken van afspraken over de zorg die gedurende de laatste levensjaren geboden wordt. Ruimte voor individuele afspraken en het kunnen bieden van diversiteit zijn hierbij van belang.
Nieuwe arrangementen
In mijn ogen betekent dat ook minder overheid en meer samenleving. Het is een richting die beschreven wordt in het RMO advies ‘Terugtreden is vooruitzien’. Treffend wordt hierin beschreven dat de verzorgingsstaat is verworden tot een gelijkheidsfuik. Ik onderschrijf van harte het pleidooi voor een overheid die de actuele thema’s in de verzorgingsstaat vanuit een ander perspectief benadert. Door cliënten en maatschappelijke initiatieven inhoudelijk meer zeggenschap te geven, ontstaan inderdaad verschil in inhoud, omvang, identiteit en kwaliteit van voorzieningen. Verdergaand is het wanneer door het inzetten van particuliere middelen, nieuwe financieringsarrangementen ontstaan. Van de overheid en de politiek wordt gevraagd om ‘het oude denken’ los te laten en te gaan voor de rol van hoedster van het begrenzen van de verschillen. Publicaties als ‘daar heeft u recht op …’ behoren tot het verleden.
Samen met de Consumentenbond, LOC, NPCF en anderen zou ik deze omslag willen maken. Graag zit ik volgend jaar weer met Bart Combée bij het programma Kassa. Ik hoop dat wij dan samen bepleiten dat individuele verschillen (en terechte bijbetalingen) er toe doen en dat hier aandacht voor moet zijn. Het zou zorgorganisaties door de Consumentenbond verweten moeten worden, wanneer zij hier geen oog voor hebben.
Aad Koster, directeur ActiZ