‘Niet lullen, maar poetsen.’ Martin van Rijn gaf in het oktobernummer van Skipr aan dat hij met deze Rotterdamse mentaliteit de herziening in de langdurige zorg aangaat.
Gezien de complexiteit van de transities waar de zorg voor staat, is deze houding waarschijnlijk ook de enig juiste om voortgang te boeken. Maar tijdens het poetsen moet je wel weten wat je doet; zilver boen je niet met groene zeep en de bonte en witte was houd je gescheiden.
Kam
Dat verschil gaat ook op voor mensen met een ernstige beperking enerzijds en kwetsbare ouderen anderzijds. Beide groepen behoeven langdurige intensieve zorg, daarover bestaat geen enkele twijfel, maar je kunt ze niet over één kam scheren. En toch is dat wat er lijkt te gebeuren in het wetsvoorstel Langdurige Intensieve Zorg (wet LIZ).
Even om het beeld te schetsen over welke mensen we het hier hebben: denk aan kinderen met een lichamelijke beperking die soms ook niet kunnen zien of horen of praten, denk aan mensen met een verstandelijke beperking die ook autistisch zijn. Zo worden deze mensen geboren en zo gaan ze ook dood. Met andere woorden: denk aan zeer kwetsbare mensen die een leven lang worden ondersteund en verzorgd.
Risico
Het kabinet wil dat de zorg voor deze mensen op termijn zo veel mogelijk wordt geregeld in de zorgverzekeringswet. Maar waarom? Een zorgverzekering heb je om risico’s op (hoge) zorgkosten te spreiden. Bij mensen met een levenslange en levensbrede zorgvraag is er geen sprake van risico op zorgkosten, je weet op voorhand immers al zeker dat zij hoge zorgkosten hebben. De zorgzwaarte voor deze mensen verandert bovendien nauwelijks. Plat gezegd: met een marge van 10% kun je uitrekenen hoeveel de zorg gedurende hun hele leven kost. Daarbij gaat het over een groep van ongeveer 60.000 mensen die nauwelijks groeit. Geen enkel begrotingsrisico, dus. Daar kunnen we ons als beschaafde samenleving prima op instellen. Voor ouderen kan ik me de stap van AWBZ naar Zorgverzekeringswet nog wel voorstellen, voor een toenemende zorgvraag bij het ouder worden kun je je in zekere zin verzekeren. Iedereen loopt immers dit ‘risico’. Veel kwetsbare ouderen maken bovendien gebruik van allerlei vormen van zorg die al in de zorgverzekeringswet zitten. Maar dit plaatje past niet op mensen met een zeer ernstige beperking.
Uitvoering
Naast het principiële punt waarbij mensen met een ernstige beperking en ouderen in de Wet LIZ over een kam worden geschoren, heb ik ook problemen met de nu voorgestelde uitvoering. Die blijft net zo onnodig ingewikkeld als nu: Het zorgkantoor bepaalt de zorgzwaarte, de prijs, de kwaliteit en het volume per regio. De toegang tot zware zorg wordt dan terecht onafhankelijk gesteld. Maar waarom wil je voor deze stabiele groep elk jaar opnieuw afspraken maken met zorgkantoren? Waarom dan al die verschillen in eisen per jaar en per zorgkantoor waaraan aanbieders moeten voldoen? Juist deze groep van meest kwetsbare mensen in onze samenleving kan toe met een heel eenvoudig systeem met uniform beleid en meerjarenafspraken. En dat poetst een heel stuk efficiënter.
Hans Schirmbeck
Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN)