Tot aan de laatste stoel vol was de zaal in de Rotterdamse Doelen. “Het leek verdorie wel of ik naar een popconcert ging in plaats van een congres over patiëntveiligheid”, constateerde NPCF-directeur Wilna Wind, daarmee doelend op de rij die bij binnenkomst aan de deur stond.
Grote waardering voor de nieuwe inspecteur-generaal Ronnie van Diemen, die samen met een ploeg onder leiding van Jan Vesseur het voor elkaar kreeg om honderd patiënten naar de Doelen te ‘lokken’. Daarmee verdient dit congres ten volle het “Patients Included” label. Sterker nog, ik heb tot nog toe nog op geen enkel congres mogen spreken waar honderd patiënten op uitnodiging aanwezig waren. Menig congres mag hier een voorbeeld aan nemen. Om helemaal in de vijf sterren terecht te komen zou ik de IGZ nog adviseren de volgende keer ook patiënten als spreker uit nodigen, maar even goed: chapeau!
Persoonlijk
Helemaal afwezig was de patiënt overigens niet in het sprekersprogramma. Ronnie van Diemen opende het congres met een uiterst persoonlijk verhaal over hoe een jonge kinderarts midden in de nacht bij een kind geroepen werd en een verhaal over hoe twee ouders werden geïnformeerd dat er bij hun kind iets fout gegaan was. In beide gevallen betrof het haar zelf, zíj was die kinderarts en zíj was de moeder van het kind wat gehandicapt bleef.
Invoelen
“We maken allemaal in onze rollen van dit soort dingen mee, als ouder, vriend, arts of inspecteur”, hield Van Diemen de zaal in Rotterdam voor. “Waar het om gaat is of je kunt invoelen wat dit voor de ander betekend en van daaruit kunt handelen. Vanuit de inspectie moeten we met rechtvaardig vertrouwen een melding benaderen. De drempel aan beide zijden verlagen, zowel voor de melder als voor de zorginstelling. We zullen het de komende jaren gewoon samen met elkaar moeten gaan doen. Wij zijn liever sparringspartner voor het leveren van veilige zorg dan handhaver, maar als iemand er een potje van maakt dan pakken we dat snoeihard aan. En áls er dan onverhoopt een calamiteit is, dan moet de patiënt/melder er bij betrokken worden.”
Luisteren en leren
Kant en klare oplossingen presenteerde Van Diemen niet tijdens, maar ze deed de verschillende stakeholders eens te meer een handreiking: “Wij willen graag van u horen en leren wat goed gaat, wat beter kán en wat u ons nog meer mee wil geven.” Ze voegde de daad bij het woord en trok de zaal in op zoek naar wat patiënten van de dag vonden en suggesties om het volgende keer nog beter te doen. Hetzelfde vroeg ze aan zorgverleners, bestuurders en IGZ-inspecteurs (waarvan een deel gelet op hun beperkte aantal vermoedelijk onaangekondigde bezoeken aan het doen was). “Luisteren staat nu eerst even centraal”, besloot Van Diemen. “Dan gaan we daar samen met patiënten en ‘het veld’ over in gesprek, en komen dan voor het eind van het jaar op verrassende wijze bij u terug.” Voor het zover is loont het de moeite om de presentaties van de dag nog eens online terug te kijken op de site van de IGZ.
Lucien Engelen, Zorg 2.0 ambassadeur van UMC St. Radboud