Bij incidenten in de zorg zijn openheid en goede communicatie noodzakelijk voor de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt. Ook heeft een patiënt bij medische incidenten recht op alle relevante informatie. Wel moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen ‘fout gegaan en fout gedaan’.
Helaas kunnen dokters niet iedereen beter maken. Er bestaat geen garantie dat mensen na een behandeling helemaal opknappen. Daarom kunnen we ook niet stellen dat, indien herstel uitblijft, er dus sprake is van een medische fout. Daarmee zouden we artsen onrecht doen.
Onverwachte gevolgen
Bij elke behandeling en onderzoek kunnen complicaties optreden. Ook kan er sprake zijn van een incident, zoals apparatuur die hapert of een assistent die over onjuiste informatie over de patiënt beschikt. In die situaties zijn er dingen misgegaan, maar heeft de dokter het niet noodzakelijkerwijs verkeerd gedaan. Dat geldt ook voor calamiteiten: niet-beoogde of onverwachtse gebeurtenissen, die tot de dood of ernstige schade voor patiënt heeft geleid.
Informeren
Goede informatie is essentieel vóór, tijdens en na een behandeling. Vooraf heeft een patiënt recht op informatie over de kansen op complicaties. Tijdens de behandeling moet de arts zijn patiënt voortdurend bijpraten. En achteraf moet hij informatie geven over complicaties, incidenten en calamiteiten, los van de vraag of er sprake is van verwijtbaar handelen.
Dokters zien het liefst tevreden patiënten. Complicaties, incidenten en calamiteiten zijn uiterst vervelend. Als de dingen niet gaan zoals gehoopt, mogen artsen dit natuurlijk naar de patiënt toe laten blijken en uitspreken: ‘Wat vervelend dat het resultaat anders is dan gehoopt’, ‘Ik vind het heel erg jammer dat het zo is gelopen’ et cetera. De dingen zijn dan fout gegaan.
Fouten
Bij fout gegaan past medeleven, maar geen verontschuldigen. Excuses en sorry zeggen zijn op hun plaats als incidenten niet alleen verkeerd zijn gegaan, maar wanneer er ook verkeerd is gehandeld. Er is dan fout gedaan. Anders gezegd: de afloop van een behandeling kan tegenvallen, maar als de arts en zijn team wel goed hebben gehandeld, zou het aanbieden van excuses betekenisloos worden.
Een patiënt heeft er doorgaans begrip voor als dingen fout gaan. Zeker als de hij vooraf informatie heeft gekregen over de mogelijke risico’s. En zelfs voor fout gedaan heeft de patiënt in de regel begrip. Zeker als de arts hier geen doekjes om windt, medewerking verleent aan afwikkeling van de financiële schade en inspanningen levert om te voorkomen dat het gebeurde nogmaals plaatsvindt.
Openheid
In beide gevallen (fout gegaan en fout gedaan) wordt van een arts openheid verwacht. Dat staat omschreven in de zogeheten GOMA-code (2010), de Gedragscode medische incidenten; betere afwikkeling medische aansprakelijkheid. In de GOMA staat verder dat een arts moet meewerken aan onderzoek naar de oorzaak van incidenten en uiterlijk binnen 24 uur contact moet opnemen met de patiënt en zijn omgeving. En de arts moet onderzoeken hoe een en ander heeft plaatsgevonden en hoe kan worden voorkomen dat het incident nogmaals gebeurt. Dit alles is in het belang van de patiënt en van de kwaliteit van de zorg.
GOMA-gedragscode
Het is daarom van harte dat de KNMG de GOMA-gedragscode onderschrijft en de gedragscode kan aanbevelen aan anderen. De KNMG doet dit onder andere door de code, via de website en Medisch Contact, onder de aandacht van haar achterban te brengen. Ook via districtsbijeenkomsten vraagt de KNMG aandacht voor de GOMA. Hetzelfde geldt voor haar federatiepartners, in het bijzonder de LHV en de Orde van Medisch Specialisten.
Rutger Jan van der Gaag
Voorzitter van de artsenorganisatie KNMG