Kun je collectief wantrouwen zó organiseren dat je daarmee juist vertrouwen wint? Die vraag kwam bij mij op toen deze winter een lijst met ‘medische missers’ op straat kwam te liggen.
Iemand had de lijst met duizend meldingen, variërend van ongelukken in operatiekamers tot verkeerde diagnoses, van de Inspectie voor de Gezondheidszorg naar RTL gestuurd. De IGZ reageerde geschokt en stelde: ‘Gezien het belang dat de inspectie hecht aan het vertrouwen dat burgers moeten kunnen hebben in veilige zorg en het toezicht daarop, is het voor de inspectie van groot belang dat deze zaak tot op de bodem wordt uitgezocht.’
De minister heeft de Kamer in antwoord op vragen over deze kwestie inmiddels laten weten dat deze, voor een belangrijk deel privacygevoelige informatie ‘per abuis aan de pers is verstrekt’. Goed dat het is uitgezocht, maar het leed was al geschied. In de publieke opinie was weer een streepje geturfd onder het kopje ‘zich misdragende specialisten’.
Missers melden
De bereidheid van de mensen die in de gezondheidszorg werken om zaken die mis gaan te melden, loopt door dit soort affaires steeds weer een flinke deuk op. En dat terwijl die meldingen natuurlijk van het grootste belang zijn. Alleen door goed te kijken wat er hoe is misgegaan kun je ook ontdekken hoe dat in de toekomst kan worden voorkomen. In plaats daarvan zie je nu een tendens naar de andere kant: als ik meld dat er iets is misgegaan, krijg ik alleen maar nog meer op mijn falie. Niet alleen van mijn superieuren op de werkvloer, maar ook nog eens van de pers en in hun voetspoor het parlement en misschien ook wel het ministerie.
Gekanaliseerd wantrouwen
De burger heeft als ‘consument’ van zorg het recht om te weten welke zaken goed gaan en welke niet in een bepaalde instelling. Maar met gemiddeld 35 uitgebreide inspecties per ziekenhuis per jaar zijn we doorgeschoten. Al het geld en de tijd die met die inspecties is gemoeid gaat niet naar de zorg. Het is geld dat we uitgeven aan het kanaliseren van wantrouwen. Maar daarmee win je dus geen vertrouwen.
Vertrouwen winnen
Hoe win je dat vertrouwen dan wel? Openheid naar de patiënt en het creëren van een veilige cultuur waarin men fouten durft te bespreken zijn van het allergrootste belang. Maar als je als maatschappij zoveel tijd en moeite hebt gestoken in de opleiding van artsen, is het dan teveel gevraagd om ook enig fundamenteel vertrouwen te hebben in het kunnen van die artsen? En zou het niet zo kunnen zijn dat ‘witte jassen criminaliteit’ ook voortkomt uit ondoorzichtige overregulering in plaats van kwade opzet door de specialist?
De oplossing voor dit vertrouwensprobleem zal moeten komen van artsen, umc’s, de minister en beleidsmakers. Maar het is bovenal een existentiële vraag die de hele maatschappij raakt. Brede bewustwording van het probleem zou al een goed begin zijn van een antwoord.
Guy Peeters
voorzitter Raad van Bestuur Maastricht UMC+
voorzitter Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra