Op 25 april mocht ik uit handen van Peter Paul van Benthem de KNO-wetenschapsagenda in ontvangst nemen. In minder dan een jaar tijd is de wetenschappelijke vereniging van KNO artsen er in geslaagd kennislacunes te inventariseren en zelfs een top 5 van onderzoeksonderwerpen te benoemen.
Wetenschapsagenda
De wetenschapsagenda past in het kwaliteitsbeleid van de vereniging. De KNO-artsen willen werken vanuit de kwaliteitsverbeteringscyclus. Hiaten in kennis worden geëxpliciteerd en vervolgens benoemd als onderwerp voor wetenschappelijk onderzoek. Wanneer er al wel kennis voor handen is, worden aanbevelingen gedaan voor richtlijnontwikkeling.
Onderzoeksvragen
Zoals gezegd is er een hele reeks van onderzoeksvragen benoemd. De hieruit onstane top 5 luidt: 1) het nut van endoscopische sinuschirurgie bij acute recidiverende rhinosinusitis en chronische rhinosinusitis, 2) onderzoek naar indicatiestelling voor septum-,concha- en neusklepchirurgie, 3) onderzoek naar personalized medicine in de hoofd-halsoncologie, 4) onderzoek naar langetermijneffect van positietherapie bij obstructief slaapapnoesyndroom en 5) otologisch/audiologisch onderzoek zoals voorgesteld in het Nationaal Programma Gehooronderzoek.
Kwaliteit en doelmatigheid
Het is nu zaak dat het onderzoek op KNO-gebied snel van de grond komt. De verminderde budgetten van ZonMw zijn hiervoor alleen niet voldoende. Als we van medisch specialisten een bijdrage verwachten in de kwaliteit en doelmatigheid in de zorg, zullen we hen als eerste stap in staat moeten stellen hun handelen verder wetenschappelijk te onderbouwen. Het Verloskundig Consortium van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie is hierin reeds voor gegaan. We weten inmiddels dat onderzoeksgelden zich zeer ruim kunnen terug verdienen in doelmatiger handelen.
Initiatieven als deze verdienen niet alleen ruime navolging door andere wetenschappelijke verenigingen, maar ook de volle steun om tot verdere uitvoering te komen.