Als je een tijd lang al het nieuws volgt rondom de veranderingen in de AWBZ, WMO, Jeugdwet en participatiewet, dan dringt de vraag zich op wat er niet verandert?
Zo werd ik laatst uitgenodigd om mijn foto van de (gehandicapten)zorg in 2020 te presenteren. Ik deed dit in een rijtje van acht deelnemers, allen uit verschillende takken van de gezondheidszorg. De ene verandering volgde op de andere, allemaal even waar. De verschillen tussen de inleiders bleken, uiteraard, vooral bij de oplossingen die werden gepresenteerd. Het belangrijkste probleem hierbij leek in hoeverre organisaties erin slagen tot samenwerking te komen. Hoewel de noodzaak tot samenwerking door haast iedereen met de mond werd beleden, waren er meerdere collega’s die het overleven van de eigen organisatie toch met stip bovenaan hun lijstje zetten. Dit in contrast met de enkeling die repte over de oprichting van een regionale zorgcoöperatie van bestaande zorgaanbieders.
Kwaliteit van leven
De eerste vraag die bij mij naar boven kwam toen ik moest nadenken over mijn beelden over de gehandicaptenzorg in 2020 was: welke zaken zijn voor mensen met een verstandelijke beperking in 2020 van belang? De conclusie was even simpel als ontluisterend: dezelfde onderwerpen als vandaag. Enkele steekwoorden: kwaliteit van leven, meedoen, een eigen plek. Kortom, alles wat te maken heeft met financiering, wet- en regelgeving, bevoegdheden en verantwoordelijkheden verandert misschien, maar de mensen met een beperking zullen in 2020 dezelfde of ten minste zeer vergelijkbare vragen aan de omgeving stellen als nu. Dit betekent dat de uitkomsten van alle interventies die we gaan doen, ook vergelijkbaar moeten zijn met de uitkomsten van vandaag. (Ervan uitgaande dat de mensen met een verstandelijke beperking vandaag tevreden zijn met hun leven.)
Menselijke maat
De belangrijkste les die ik getrokken heb uit mijn eigen zorgfoto van 2020 is dat we ongelooflijk goed moeten oppassen om niet te vergeten waar het om gaat. Het gaat niet om minder zorg, minder geld, meer sociaal netwerk, minder professionals et cetera. Het gaat om de kwaliteit van leven! Eigenlijk is het zo simpel. Hiervan uitgaande is volgens mij de belangrijkste opgave waar we in de langdurende zorg voor staan (ik blijf het gewoon zorg noemen, ook al is het ‘steeds minder zorgen voor, maar zorgen dát’!) hoe we voldoende focus houden op de menselijke maat.
Klein denken
Dat geldt zeker niet alleen voor de antwoorden op individuele ondersteuningsvragen van burgers, maar ook voor de manier waarop wij met elkaar omgaan, waarop wij zorg en ondersteuning organiseren. Ik zie het spook van ‘Groot in kleinschaligheid’ alweer opdoemen, als bestuurlijke reactie op de onmogelijkheden om de financiële uitdagingen het hoofd te bieden. Klein denken is wat mij betreft de maat bij de komende grootschalige veranderingen! Alleen zo kunnen we door de bomen van de verandering het bos van de mensen nog blijven zien.
Marc van Ooijen
Bestuurder stichting Pedagogisch Sociaal Werk (PSW)