De ombuigingen die in het regeerakkoord voor de langdurige zorg worden voorgesteld, passen in een maatschappelijke trend naar zelfstandig wonen. Desalniettemin zullen ze veel zorgorganisaties als een molensteen om de nek hangen.
Menig zorgbestuurder is druk bezig met scenario’s voor overleving. In dit verband heeft de staatssecretaris aangegeven open te staan voor alternatieven mits de financiële doelstelling wordt gehaald. Dit ter voorbereiding op een in maart te verwachten brief aan de Tweede Kamer. Hierbij drie adviezen aan de staatssecretaris.
1 Werkbare zorg
De politiek staat toch al jaren op de bres voor werkbare zorg? Dan zit niemand te wachten op een nieuwe knip tussen verzorging en verpleging. Deze functiedeling is zowel voor de professional als de zorgvrager inefficiënt en ondoelmatig. Natuurlijk, het is het verschil tussen een verzekerd recht en een voorziening en vooral de financiële gevolgen daarvan. Maar denken we dan ook aan de hoge uitvoeringskosten van de dubbele indicering en aansturing door gemeente en zorgverzekeraar? Voor de beheersing van kosten zijn goede alternatieven te bedenken, bijvoorbeeld door de budgetten voor verzorging en verpleging te poolen in een regionaal budget in samenwerking tussen alle partijen. Dan kan ook de coördinerende taak van de wijkverpleegkundige een goede plek krijgen.
2 Betaalbaar wonen
Het scheiden van wonen en zorg heeft grote gevolgen voor het betaalbaar wonen met zorg en diensten. Gemakshalve ga ik ervan uit dat met langer zelfstandig wonen niet bedoeld wordt dat alle 100.000 verzorgingsplaatsen ook fysiek verdwijnen. De daarvoor noodzakelijke extra woningen zijn er niet, zeker nu woningcorporaties zo hun eigen problemen hebben en er niet of nauwelijks meer wordt gebouwd. Maar ook als we bestaande verzorgingsplaatsen gaan omkatten naar zelfstandig wonen zijn er de nodige vraagstukken: bijvoorbeeld de koppeling van huur aan WOZ-waarde in het regeerakkoord. Alleen die maatregel al zou leiden tot faillissementen en kapitaalsvernietiging. Maar ook zonder die maatregel is het voor veel zorgorganisaties en woningcorporaties een crime om de bestaande appartementen betaalbaar te houden. Een aanpassing van de huursubsidieregels, bijvoorbeeld voor de aanwezige zorginfrastructuur zou zeer welkom zijn.
3 Bereikbare voorzieningen
Een dubbeltje geïnvesteerd in welzijn bespaart een euro in zorg, zei Hans Becker altijd. Als de verzorgingshuiszorg verdwijnt hoe voorzien we dan in voldoende alternatieve opvang? Gemeentes hebben de taak om de maatschappelijke opvang te regelen met ingang van 2015, maar wel met fikse kortingen. Het is nu een uitgelezen moment om slimme oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld door juist die opvangmogelijkheden te contracteren die er nu al staan in de directe nabijheid van zorgvragers. Dat maakt deze opvangmogelijkheden veel meer bereikbaar en scheelt hoge vervoerskosten. Een fijnmazig net van opvangmogelijkheden op pantoffelafstand is veel effectiever en doelmatiger dan een gecentraliseerd aantal grootschalige voorzieningen. Ook dit pleit voor een gezamenlijke regionale aanpak.
Nogmaals de maatschappelijke trend naar zelfstandig wonen is evident, evenals de noodzaak van ombuigingen in de langdurige zorg. Maar we moeten ons niet in een roze wolk wanen als zouden alternatieve oplossingen zich spontaan in de samenleving ontwikkelen, vooral niet als het betaalbaar en werkbaar moet blijven. Partijen moeten in staat worden gesteld om in de regio’s creatieve oplossingen te bereiken zoals hiervoor geschetst. Graag beveel ik deze adviezen warm aan bij de staatssecretaris.
Guus Bannenberg
Voorzitter Corona Wonen