Wie naar het ziekenhuis gaat, mag verwachten daar beter uit te komen dan voor opname. De recente berichtgeving over dokters die de fout in gingen, wekken de indruk dat de bodem onder de zorgkwaliteit volledig is weggeslagen. Ten onrechte.
De patiënt mag dus verwachten beter te worden. De patiënt mag ook verwachten te worden behandeld door een medisch team dat in goede afstemming te werk gaat, en door een medisch specialist die zijn vak verstaat en recht doet aan zijn Hippocratische eed. De recente berichtgeving in de media over dokters die de fout in gingen en op zijn minst doen vermoeden die eed volledig aan hun laars te lappen, wekken de indruk dat voor patiënten in de Nederlandse ziekenhuiszorg de bodem onder de zorgkwaliteit volledig is weggeslagen. Vooral de zaak rond neuroloog Jansen Steur heeft tot een enorme – en volkomen begrijpelijke – ophef geleid. De maatschappelijke boodschap is duidelijk: dit mag nooit meer voorkomen.
Kanttekening
Toch wil ik een kanttekening plaatsen. De berichtgeving over falende artsen is selectief. En hoe afschuwelijk zulke berichtgeving ook is, we moeten het niet zover laten komen dat we op grond van een aantal uit de hand gelopen situaties een hele beroepsgroep zwart maken die zijn werk gewoon heel erg goed doet. Ik haal cijfers van het CBS aan, die we publiceerden in ons NVZ-brancherapport ‘Gezonde zorg’: ruim zeven miljoen Nederlanders – dat is drie op elke zeven Nederlanders – ontvangen jaarlijks een vorm van medisch specialistische zorg. 1,4 Miljoen mensen werden behandeld op de spoedeisende hulp en 1,1 miljoen mensen werden opgenomen in het ziekenhuis. In het overgrote deel van de gevallen werden de patiënten goed geholpen. Nogmaals, op geen enkele manier wil ik afbreuk doen aan de patiënten waarbij het niet goed ging.
Positief oordeel
Meer feiten. De Gezondheidsmonitor 2012 van Newcom Research & Consultancy, geeft een duidelijk beeld van hoe de Nederlander aankijkt tegen de kwaliteit van onze gezondheidszorg. Hieruit komt – op basis van N=1.150 – gelukkig een helder beeld. Net als voorgaande jaren worden onze zorgprofessionals namelijk positief beoordeeld, met een cijfer tussen 7,1 en 7,7. En ziekenhuizen scoren het hoogst van alle zorginstellingen.
Impuls
Tjibbe Joustra van de Onderzoeksraad voor de veiligheid kan nu wel stellen dat de aandacht voor veiligheid in de Nederlandse ziekenhuizen op de achtergrond is geraakt, maar met die visie ben ik het beslist niet eens. Het VMS Veiligheidsprogramma, dat in 2008 goed op gang kwam, heeft alle Nederlandse ziekenhuizen een enorme impuls gegeven om met tien relevante thema’s op het gebied van patiëntveiligheid aan de slag te gaan. De implementatie van die veiligheidsthema’s gaat gewoon door. We leunen dus beslist niet achterover, we streven voortdurend naar een verdere opwaartse spiraal van betere en veiliger zorg
Teveel toezicht
De vraag is of meer toezicht een bijdrage levert aan het verbeteren van de patiëntveiligheid. Toezicht is belangrijk, maar aan één Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben we genoeg. Ook andere partijen kijken kritisch naar de kwaliteit van de geleverde zorg, zoals de patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars, die van patiëntveiligheid een gericht aandachtspunt hebben gemaakt in de zorginkoop.
Trots
Het is niet te hopen dat eenzijdige aandacht voor wat er fout gaat, in plaats van ook en vooral voor alles wat goed gaat, leidt tot angst en defensief gedrag bij artsen en verpleegkundigen. Want juist het werken in een veilige cultuur waarin ook fouten mogen worden gemaakt – mits ze gemeld worden en bespreekbaar worden gemaakt zodat kan worden geleerd hoe het beter kan – helpt om de veiligheid verder te verbeteren. Ik hoop dan ook dat alle medewerkers in de Nederlandse ziekenhuizen trots blijven en zich gestimuleerd voelen om de cultuur in hun eigen ziekenhuis nog veiliger te maken.
Margot van der Starre, directeur NVZ