Zonder solidariteit in de collectieve zorgverzekering is er geen garantie dat iedereen, zonder discriminatie naar draagkracht of leefstijl, toegang houdt tot noodzakelijke gezondheidszorg. Ik kijk dan ook kritisch naar de suggestie van het Centraal Planbureau voor meer variatie in de zorgverzekering.
Risicoselectie
Het CPB constateerde vorige week dat laagopgeleiden meer van de zorg gebruikmaken dan mensen met een hoge opleiding, terwijl die laatsten er veel meer voor betalen. Dat zet de solidariteit onder druk. Maar het zou onverstandig zijn om de blik te richten op het aanbrengen van variatie in het basispakket. Het klinkt logisch: geef verzekerden de keuze tussen een smal pakket met lagere premie of een breed pakket met hogere premie. Maar in de praktijk zou dit leiden tot een negatieve spiraal van risicoselectie, want het smalle pakket zal toch vooral worden gekozen door mensen met lage inkomens en grotere gezondheidsrisico’s. Dit leidt tot toename van sociaal-economische verschillen en belemmert voor een deel van de bevolking de toegang tot noodzakelijke zorg. Kortom, het legt een bom onder het solidariteitsprincipe. Zo redenerend zouden de belastingverschillen ook maar moeten vervallen, omdat mensen met een sociaal-economisch hogere status niet aantoonbaar een groter beroep doen op collectieve voorzieningen.
Alleen premie betalen om je tegen eigen risico’s te beschermen, is bovendien kortzichtig. We storten collectief omdat het niet zeker is of en wanneer je zorgkosten zal maken én omdat die werkelijke kosten dan vele malen hoger kunnen uitvallen dan veruit de meeste Nederlanders kunnen opbrengen.
Doelmatiger zorgstelsel
Maar het signaal van het CPB vraagt wel om maatregelen. De verschillen tussen de sociaal-economische groepen zullen oplopen naarmate de nationale zorgkosten harder blijven stijgen dan het nationaal inkomen. Zoek de oplossing alleen niet in de herverdeling van lasten, maar in de beteugeling van de nationale zorgkosten en in meer doelmatigheid van het zorgstelsel. Want solidariteit is niet hetzelfde als ´alles moet kunnen’.
Alternatieve mogelijkheden
Dat de nationale uitgaven voor de gezondheidszorg de komende jaren kritisch tegen het licht gehouden moet worden is maatschappelijk en politiek geen discussie meer. Er zijn nog legio besparingsmogelijkheden. Denk aan het kritisch doorlichten van het basispakket op zaken die niet per se collectief verzekerd hoeven worden of die eigenlijk geen zorg zijn, investeren in preventie, het tegengaan van onnodige zorg, het bevorderen van evidence based medisch handelen, het bevorderen van meer verantwoordelijkheid voor de eigen leefstijl, en een serieus onderzoek naar de verschillen in kosteneffectiviteit van behandelingen. Als we daar met alle partijen in investeren, blijft noodzakelijke zorg voor iedereen betaalbaar en bereikbaar.
Rutger Jan van der Gaag
voorzitter artsenfederatie KNMG