De zorg is de meest innovatieve sector, werd laatst trots gemeld. Het is inderdaad een opmerkelijk gegeven dat het klimaat in de sector, ook in de langdurende zorg, sterk is verbeterd.
Dat was vier jaar geleden, bij instellen van het ZIP (ZorgInnovatiePlatform), toch wel anders. Wat dat betreft kunnen we positief zijn over de veerkracht en de snelheid waarbij maatschappelijke vraagstukken tot verandering leiden.
Noodzakelijke verbeteringen
Twee thema’s domineren de verbetertrajecten in de langdurende zorg: technologie en eigen inbreng /zelfredzaamheid van de cliënt . Zijn aan elkaar te koppelen doordat technologie de cliënt in het zorgproces ondersteunt . Onder de genomineerden voor de Jenneke van Veen-verbeterprijs, die dit jaar was gericht op de gehandicaptenzorg, was dit goed zichtbaar. Buzz Budy, Ken Mij en Beeldhorloge beogen alle drie de inbreng van de cliënt te versterken, waarbij zowel Buzz Budy als beeldhorloge maken gebruik van digitale middelen Jenneke van Veen verbeterprijs.
Technologische innovaties kan niet zonder sociale verandering
Alle technologiesociologen zullen vertellen dat het ontwikkelen van ‘een ding’ niet leidt tot verandering. Eerst zal er een sociale omgeving ontwikkeld moeten worden voordat een ding leidt tot ander gedrag. Dat is soms onvoorspelbaar. Bij de introductie van de magnetron bleek dat niemand het wilde hebben. De mensen waren er doodsbenauwd voor: je ziet niets, ruikt niets en toch wordt het eten gloeiend heet. Vooral onder huisvrouwen was er veel argwaan, hoe wisten ze nou dat hun handen niet zouden verbranden? De fabrikant heeft toen een kookatelier ingericht: om zelf te leren hoe vrouwen gerust te stellen en om nieuwe kookwijzen te ontwikkelen. Er wordt dus altijd gesleuteld aan een evenwicht, en nieuwe interactie tussen ding en gedrag.
(Mis)lukte technologie: not invented for my client
Vaak mislukt het omdat de technologische innovatie niet in staat is om sociale innovatie uit te lokken. Mensen willen niet, kunnen niet, mogen niet, waardoor het gedrag niet verandert of juist in een verkeerde richting. Dit geldt ook voor de langdurende zorg, waarbij de relatie tussen cliënt en medewerker het belangrijkste instrument is. Het is van belang dat we ons realiseren dat 80-90 procent van de medewerkers zich verbonden weet aan de cliënt, en slechts 50 procent zich verbonden voelt aan de organisatie. Het helpt dus niet veel als het management iets oplegt/vraagt. Het adagio van ‘not invented here’ moet voor de langdurende zorg worden aangescherpt tot een ‘not invented for my cliënt’.
Niet duwen!
Technologie bedacht door medewerkers of door cliënten leidt mogelijk tot sneller succes. En dan nog duurt het soms lang, niet omdat de techniek slecht is, maar omdat het integratieproces tijd neemt. Zo waren er voor het prijswinnende beeldhorloge wel wat kwesties die opgelost moesten worden. Privacykwesties en de vragen rondom toegang. Wie mag het horloge programmeren? En “ik moet vandaag een half uurtje eerder naar huis, kan ik het beeldhorloge van de cliënt zomaar aanpassen”? Het beeldhorloge geeft mogelijkheid om het dagritme van de cliënt te bepalen. Welke zijn de grenzen?
We zullen steeds vaker gebruik maken van technologie. Daar is voldoende draagvlak voor. Maar laat het ritme in de relatie tussen cliënt en medewerker leidend zijn voor het tempo.