In de buurt waar ik ben opgegroeid noemden ze ‘stekels’ altijd ‘prikkels’. De afgelopen periode is er in de zorg ook veel gesproken over prikkels en alle stekeligheden die ze met zich meebrengen. En steken doet het als het gaat om prestatiebekostiging en ambulantisering in de ggz.
Het complexe systeem dat we met elkaar gecreëerd hebben bevat een heleboel prikkels. Sommige zijn goed, sommige zijn lastig en een aantal is ronduit pervers. Het bestaan van prikkels kent op zich een prima grondgedachte: het belonen of stimuleren van goed gedrag en het ontmoedigen of bestraffen van verkeerd gedrag. Het ingewikkelde daarbij is alleen dat zo moeilijk te definiëren is wat goed gedrag is. Op het juiste abstractieniveau (‘wereldvrede’) weten we daar allemaal een beeld van te schetsen, maar als het gaat om het concretiseren van dat gedrag belanden we vaak weer bij platte aantallen en geld. Daarnaast is het zo dat je goed gedrag ook dynamisch moet formuleren omdat de tijden en daarmee ook onze opvattingen van goed gedrag veranderen.
Kwik Fit
Zo hebben we in de geestelijke gezondheidszorg jaren toegeleefd naar prestatiebekostiging als ‘de panacee voor alle kwalen’. Nu het in 2013 (na zes keer weigeren voor de hindernis) eindelijk dreigt te gaan lukken, zien we dat het enthousiasme bij aanbieders en verzekeraars aanmerkelijk is bekoeld. Waarom? Omdat prestatiebekostiging in een tijdperk van strakke macrokaders en budgetbeheersing betekent dat er geen ruimte is/wordt gezien om prestaties boven het budget of het kader te honoreren, waardoor er eigenlijk weer een budgetsysteem ontstaat. Omdat het denken inmiddels steeds meer uitgaat van het afrekenen op sleutelen aan patiënten zoals de Kwik Fit. Maar vooral omdat in de prestatiebekostiging voor preventie, kennisdeling en de beschikbaarheid van kritische functies geen ruimte is.
Marktgedrag
Nog voor de prestatiebekostiging dus goed en wel gestart is, lijkt deze al weer op zijn retour te zijn. Misschien maar goed ook, omdat de eenzijdige focus op productie dreigt te leiden tot marktgedrag waarin voor het leveren van kwaliteit steeds minder plaats is en de ruimte voor professionals om te investeren in innovatie, kennisontwikkeling en –verspreiding en dergelijke achteruit hobbelt.
Magere tarieven
Als één van de centrale thema’s voor de komende jaren in de ggz is de ambulantisering genoemd. In de ggz in Nederland hebben we volgens de schriftgeleerden teveel bedden. Wat bij een eerste beschouwing duidelijk wordt is dat er een heel grote variatie in aantal bedden per 100.000 inwoners is als je naar de regio’s in Nederland kijkt. In de regio’s waar mijn werkgever Dimence actief is zijn er 70 klinische bedden op 100.000 inwoners. Er zijn echter ook regio’s waar dit het viervoudige is. Daar lijken dus wel kansen te liggen. De prikkels in het huidige bekostigings- en inkoopsysteem helpen daar echter niet aan mee. Wie wil ambulantiseren moet naast andere factoren de drempel overwinnen om van de ruimere beddenbekostiging naar magere ambulante tarieven te gaan. Op die tarieven worden door verzekeraars in hun inkoopvoorwaarden ook nog eens flinke afslagen gehanteerd. Met alle overige complexiteit moedigen deze prikkels niet aan tot een snelle ambulantisering, en dat lijkt een understatement. Met recht ‘steekt’ dit.
Kwaliteit
Met een laatste prikkel die bij mij tot stekeligheden leidt wil ik afsluiten. Ik heb onlangs kunnen vaststellen dat er verzekeraars zijn die bonussen uitkeren aan zorginkopers als ze de kosten van de zorg drukken. Via de directe weg van de portemonnee ontstaat daarmee de verleiding om geld uit de zorg te houden, los van de inhoudelijke of kwalitatieve overwegingen. Met het introduceren van een dergelijke incentive wordt het volgens mij wel lastig om nog iets te zeggen over de wijze waarop zorgaanbieders met prestatiebekostiging omgaan. Het zou mij een groot goed zijn als we in de zorg weer meer naar kwaliteitscriteria en inhoudelijke prikkels toe kunnen, waarbij het vooropstellen van de mogelijkheden van patiënten en gezondheidsbevorderende interventies beloond worden. Dat maakt beter en betaalbaar en is voor iedereen leuker.
Ernst Klunder, lid raad van bestuur Dimence