Het ministerie van Volksgezondheid trekt het land in, op zoek naar partners. Vol goede moed verkondigen hoge ambtenaren de zorgboodschap van Rutte II. Hun adagium: Alles wordt anders in de langdurige zorg. En burgers moeten meer zelf doen.
Ook staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) laat van zich horen. Afgelopen week maakte hij zijn publieke debuut in het Haagse verpleeghuis Nebo. Dat gebeurde tijdens de eerste van vier publieke sessies waar VWS de politieke en maatschappelijke cultuuromslag in de care toelicht.
Zorg aan huis
Van Rijn ging het gesprek aan met gemeenten, cliëntenorganisaties, woningbouwcorporaties en zorginstellingen. Hij liet merken dat het beter is als kwetsbare mensen langer thuis blijven wonen en niet vanzelfsprekend naar een verzorgingshuis gaan. Hij had het over de houdbaarheid van de zorg en waarom gemeenten en zorginstellingen samen zorg aan huis moeten verlenen. En hij vroeg: “Kunnen jullie mij helpen?”
Ministeriële krachtproef
Laatst sprak Ruud Koolen in zijn blog over de “ministeriële krachtproef” die Van Rijn wacht. Goed gezien, want de staatssecretaris keek soms ietwat benard. Weliswaar zei hij liever over “mensen” te praten dan over cijfers. En algauw pleitte hij voor “maatwerk”. Want: “De zorg hoort aan te sluiten bij wat mensen willen, kunnen en moeten.”
Nieuw maatwerk
Maar uit de mond van een ambtenaar tekende ik het woord “zoekproces” op. Vroeger werd “te vaak de weg naar een intramurale indicatie gezocht,” zei hij oprecht. Nu staat extramuralisering centraal, dus de zorg aan huis. Hoe dat nieuwe maatwerk eruit moet zien, wist hij nog niet. Ook Van Rijn ging er niet op in.
Haakse bochten
Een van de aanwezigen constateerde dat het kabinet “haakse” bochten maakt. Dat klopt. Want welke verzorgingshuizen gaan er, bijvoorbeeld, straks failliet of komen leeg te staan? En hoeveel zorgpersoneel raakt er dan zijn baan kwijt? Daarover had niemand het tijdens het uptempo motivatiedebat in Nebo. Inderdaad: volop werk aan de winkel voor Van Rijn.