Ik keek mijn ogen uit bij de conferentie Games For Health Europe. Tal van serious games werden gepresenteerd: games waarmee je fysiotherapeutische oefeningen doet, games als gedragstherapie.
En games voor zorgprofessionals of mantelzorgers zoals het veelbesproken Into D’mentia dat je laat ervaren wat het is om dementie te hebben.
Juridische valkuilen
Samen met de creatieve advocaat Olivier Oosterbaan van CreateLaw verzorgde ik een presentatie over de juridische valkuilen bij het ontwikkelen van games in de zorg en hoe je die kunt vermijden. Een vraag die allereerst aandacht verdient is of een game als medisch hulpmiddel gekwalificeerd kan worden waarvoor een CE-markering nodig is. KNMG jurist Sjaak Nouwt stelde onlangs dat veel medische apps – en ik zie geen principieel verschil tussen apps en games – zonder CE-markering nu in feite illegaal zijn.
CE-markering
De makers van de app ‘Moet ik naar de dokter?’ sprongen kort geleden handig in op de mogelijk vereiste CE-markering. De aankondiging dat ‘Moet ik naar de dokter?’ – een app die gebaseerd is op onder meer de Nederlandse Triage Standaard – de eerste Nederlandse app is met een CE-markering kreeg veel publiciteit. Een mooi en positief voorbeeld hoe legal compliance en marketing hand in hand kunnen gaan in de zorgmarkt waarin reputatiemanagement van het grootste belang is.
Ik meen dat veel games die bestemd zijn voor diagnostisch of therapeutisch gebruik net als apps als medisch hulpmiddel gekwalificeerd kunnen worden waarvoor een CE-markering vereist is. De Europese Commissie heeft overigens richtlijnen opgesteld voor stand alone software, voorzien van een eenvoudig stroomdiagram. Weliswaar niet toegespitst op apps of games, maar toch een handige tool om uit te zoeken wanneer een game een medisch hulpmiddel is.
Patiëntenrechten
Er is nog veel meer te zeggen over de juridische vereisten waaraan een goede game in de zorg moet voldoen. Belangrijk is dat patiëntenrechten ook online gelden, zoals prof. Martin Buijsen recentelijk uiteenzette in Medisch Contact. Het waarborgen van patiëntenrechten in games kan technische uitdagingen met zich meebrengen, zoals bescherming van het beroepsgeheim en het recht van een patiënt op vernietiging van zijn dossier. Een dossier met gegevens die mogelijk langs digitale weg verspreid en vermenigvuldigd zijn.
Verantwoorde zorg
De in mijn ogen belangrijkste uitdaging voor makers van games in de zorg is echter het overtuigen van de markt dat een game ook echt werkt en veilig kan worden toegepast. Zorginstellingen moeten verantwoorde zorg aanbieden. Dat houdt onder meer in dat medische technologie goed wordt toegepast. Zie ook het vorige jaar gesloten Convenant ‘Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis’. Voor individuele zorgverleners is de professionele standaard een uitgangspunt.
Dit betekent dat de makers van een op behandeling gerichte game moeten kunnen aantonen wat het concrete voordeel is van die game in vergelijking met een standaard behandeling zonder die game. Dat voordeel kan uiteraard ook een kostenbesparing zijn.
Validatie
Dat validatie nodig is, lijkt nogal wiedes, maar het vergt een fundamenteel andere benadering dan het ontwikkelen van een game in splendid isolation. Het vraagt intensieve samenwerking tussen ontwikkelaars van games en medische professionals in de ontwikkelingsfase. Het stemt hoop- en verwachtingsvol dat op tal van terreinen al intensief wordt samengewerkt. Want zo kunnen steeds meer games in de zorg zich ontwikkelen tot werkelijke serious games.
Serious business
En tot serious business. Want een niet onbelangrijk voordeel van de samenwerking tussen ontwikkelaars en zorgprofessionals en van goede validatie is dat de kansen op financiering van games aanzienlijk toenemen. Dat bleek uit de presentatie van Joep de Groot van CbusineZ, spreker na ons tijdens Games for Health Europe.
Jilles Heringa
Jurist en neerlandicus