De afgelopen dagen en weken buitelen de plannen over elkaar heen. Bezuinigingen, verzachtingen van eerder genomen besluiten en het zelfs volledig intrekken van eerder voorgenomen bezuinigingen, getuigen van een weinig visionair beeld op de toekomst.
Rekenmeester
De door de 3 procentnorm van Brussel ingegeven maatregelen om het huishoudboekje kloppend te maken staan in dit akkoord voorop. De rekenmeesters van Financiën en het CPB zorgen er voor dat het gewenste bedrag van 12 miljard euro er komt en is doorgerekend. Resultaat een Lenteakkoord waarmee het demissionair kabinet met steun van nog drie partijen voor 2013 in staat is een begroting op te stellen. Voor elk van de vijf partijen wat wils en vooral bedoeld voor de korte termijn.
Pluspunten
Voor de zorg en aanpalende sectoren zijn er zowel plus als minpunten te noemen. Plus is zonder meer het behoud van de AWBZ IQ-grens voor licht verstandelijk gehandicapten. Ook de volledige intrekking van de bezuinigingen op het Passend Onderwijs, waarover ik in eerdere blogs eerder schreef, stemt tot tevredenheid. Veel leerlingen in het Passend Onderwijs ontvangen ook zorg en hebben vaak ook met de genoemde IQ grens bepaling te maken. Verzachting van de PGB maatregelen maakt het mogelijk een zachtere landing te bewerkstelligen dan eerder was voorzien. Deze heroverweging van stuk voor stuk ingrijpende besluiten laten zien dat de vele protesten uit de samenleving niet voor niets zijn geweest.
Kaasschaafmethode
Minpunt is dat opnieuw de kaasschaafmethode in de zorg in het Lenteakkoord kennelijk de overhand heeft gehad. Overal worden plakjes vanaf gehaald; zoals in de AWBZ een tariefsverlaging van 280 miljoen en een verlaging van de vervoerskosten met 150 miljoen. De verhoging van het eigen risico en eigen bijdrage voor ligdagen in het ziekenhuis leiden samen met overige maatregelen tot een bezuinigingsbedrag van 1.4 miljard euro voor de zorg.
Hoe verder
De val van het kabinet en het hierop volgende Lenteakkoord hebben er tevens toe geleid dat belangrijke systeemwetgevingen die direct of indirect voor de zorg van belang zijn (weer) vooruitgeschoven worden. Partijen willen zich op dit moment, met de verkiezingen voor ogen, niet langer dan nodig binden aan het Lenteakkoord als basis voor de rijksbegroting 2013. Het nieuwe kabinet zal zich na een ongetwijfeld spannende verkiezingsuitslag moeten buigen hoe het verder moet met de WMO, de stelselwijziging in de Jeugdzorg, de wet Werken naar Vermogen.
Overhevelingen
Ook zal gelet op de opstelling van een aantal nu snel groeiende partijen ongetwijfeld worden gesproken over de zin en onzin van marktwerking in de zorg. De grenzen hiervan lijken in zicht, omdat de hieraan gekoppelde verwachtingen niet echt waargemaakt worden. De komende periode biedt tevens de ruimte nog het nodige te verbeteren aan voorgenomen overhevelingen, zoals de toegang tot de GGz jeugd via de Jeugdzorg. De uitvoeringsconsequenties van veel van dergelijke overhevelingen vragen om meer tijd en een betere afweging om geen expertise teloor te laten gaan.
Nodzakelijk brede visie
Het resultaat van het Vijfpartijenakkoord bevestigt nog eens het aloude adagium ‘It’s the economy stupid’ en getuigt helaas niet van een brede visie op noodzakelijke hervormingen in de zorg. Hervormingen die bitter noodzakelijk zijn om vanuit andere paradigma’s met het accent op gezondheidswinst en kostenbeheersing structurele veranderingen in het stelsel teweeg te brengen. De in de peilingen naar voren komende concentraties op zowel de linker als de rechtervleugels beloven ook de komende jaren in dit opzicht weinig goeds. Een breed samengestelde coalitie met partijen die tot voor kort niet vanzelfsprekend met elkaar een kabinet vormden, zullen straks regeringsverantwoordelijkheid nemen. Compromissen zijn dan onvermijdelijk waardoor grote op hervorming gerichte aanpassingen van de zorg mogelijk geen kans krijgen. In de komende weken worden de verkiezingsprogramma’s geschreven en wordt dus de richting bepaald waarin een nieuw regeerakkoord er uit zou kunnen gaan zien. Voor de komende jaren weten we in ieder geval dat de middelen schaars zullen zijn en er fundamentele keuzes nodig zijn voor de zorg. Ik roep partijen op deze keuzes hoe dan ook te maken en deze vooral evenwichtiger en meer in samenhang met elkaar te brengen. Overheid en veldpartijen zouden hierover met het nieuwe kabinet een meerjarenvisie en ontwikkelingskader kunnen afspreken, dat past bij een samenleving die oog heeft voor mensen die van zorg afhankelijk zijn.
Zo kan het Lenteakkoord uiteindelijk worden opgevolgd door een herfstsonate, waarin de hoofdgedachte over de toekomst van de zorg gezamenlijk wordt uitgewerkt.