Patiëntgedreven ketenzorg die uitkomsten optimaliseert is perfect, maar de urgentie ontbreekt. De economische tegenwind is nog niet guur genoeg om tot meer radicale omslagen te komen. Dat was de algemene teneur van een Round Table van Flevum Forum die ik medio april mocht toespreken in het Rotterdamse stadhuis.
Met de val van kabinet Rutte en het bezuinigingsakkoord van de Kunduz-coalitie is er ineens zicht op heel andere dynamiek. Denklijnen voor een maatschappelijke heroriëntatie op de zorg in een plotsklapse verkiezingstijd.
Wel of niet krijgen
Je krijgt (niet) wat je (niet) betaalt. Deze zin heeft vier varianten. In bekostiging van zorg geldt de economische regel dat je krijgt wat je betaalt. Als je polibezoeken vergoedt, produceren ziekenhuizen EPB’s. Als je chemokuren betaalt, krijgen patiënten die, zelfs in de palliatieve fase. De andere variant met de dubbele ontkenning klopt ook. Wat niet in de DOT zit, krijg je niet. Als je bijvoorbeeld niet betaalt voor een cursus stoppen met roken, stoppen veel COPD-patiënten niet met roken. Burgers ervaren vaak de tussenliggende varianten: ze betalen voor iets dat ze niet krijgen (pensioen is een voorbeeld) en ze krijgen dingen waarvoor ze niet zelf betalen.
Herbezinnen
Het is tijd voor nieuwe coalities die opnieuw uitdenken wat we eigenlijk willen bereiken en zich aansluitend herbezinnen op de wijze van bekostiging. Vorig voorjaar tijdens een uitzending van Buitenhof stelden de hoogleraren Slaets en Westerdorp bijvoorbeeld dat veel verrichtingen bij kwetsbare ouderen overbodig en zelfs schadelijk zijn, zeker in de laatste fase van het leven. Het zou volgens de hoogleraren niet zozeer moeten gaan over verlenging van het leven, als wel over de kwaliteit van het resterende leven. In de palliatieve fase bij oncologiepatiënten geldt dat grotendeels ook. Waarom nog een extra chemokuur als je daarmee maar een of twee maanden leven erbij krijgt, maar wel met allerlei bijeffecten als misselijkheid, haaruitval en energieverlies. Wat hier heel nuttig en nodig is, is een goed en rustig gesprek (zelfs een serie gesprekken) met de patiënt en diens dierbaren over toekomstverwachtingen, eigen wensen en prioriteiten en welke opties dan open staan. Maar dat gesprek wordt niet betaald, de volgende labbepaling wel.
Aanboddenken
Ongeacht de vraag of de zorg nu wel of niet een markt is, het economisch denken over de klant, toegevoegde waarde, productiewijze en economische prikkels kunnen tot een veel betere benutting van schaarse middelen leiden. Hoe maken we in een vergrijzende samenleving met chroniciteit en comorbiditeit de omslag van ziekte en zorg, naar gezondheid en gedrag? Welke uitkomsten of toegevoegde waarde willen we uiteindelijk creëren voor welke doelgroepen, en kennen we daarvan dan wel echt de wensen en behoeften? We denken nog veel te aanbodgericht en laten bovendien veel ideeën, ervaringen en kansen uit andere niet-zorg sectoren liggen. Het systeem stuurt op suboptimalisatie van afzonderlijke schakels, maar niet op het organiseren van het gehele traject vanuit de optiek van de patiënt in zijn maatschappelijke context. Hoe langer de keten en hoe beter de eigen regie en zelfmanagement van de patiënt, hoe creatiever de oplossing en de toegevoegde waarde per ingezette (premie)euro. Dat weten we eigenlijk al heel lang, bijvoorbeeld in de ouderenzorg waar wonen, cure, care, welzijn en participatie juist bij elkaar moeten komen in op maat gesneden arrangementen, maar waar we alles juist uit elkaar trekken in aparte WMO, AWBZ en zorgverzekeringswet. In de oncologie overheerst nog steeds de curatieve optiek en stokt de keten na de ziekenhuisfase, hoewel veel patiënten nog lang daarna kampen met zelfbeeld, depressie, relatieproblemen, structureel lagere energieniveaus, die werken en maatschappelijke participatie problematisch maken en allerlei praktische issues rondom verzekeringen, inkomen en eventueel gezin. Daar zitten veel verborgen leed én kosten.
Toegevoegde waarde verzilveren
Preventie is een ander mooi voorbeeld. Het vergt geregisseerde inspanningen op collectief én individueel niveau, lokaal en nationaal, maar investeringen en revenuen slaan neer bij verschillende actoren en vergen langere tijdspannes dan denkbaar of verzilverbaar voor democratisch gekozen organen. Keten- en netwerkoplossingen overstijgen de eilandjes van stelsels en organisaties, doorbreken de domeinverantwoordelijkheden, financieringsstromen en wet- en regelgeving. Laten we ons nu eens echt herbezinnen op de “patient journey” en komen tot klantgedreven en geïntegreerde processen waarin iedere participant bijdraagt aan en wordt betaald voor de bereikte einduitkomsten en de verbetertrajecten om daar te komen. Welke coalitie binnen of buiten Den Haag gaat dit realiseren?
Robbert Huijsman, senior manager Kwaliteit en Innovatie bij de divisie Zorg & Gezondheid van Achmea