Het vermeende lekken van zijn Oostenrijkse arts over de coma van prins Friso en de publicaties daarover in NRC Handelsblad heeft het debat over het medisch beroepsgeheim weer doen oplaaien. In de positieve zin dit keer.
Verontwaardiging
Er heerst algemene verontwaardiging over het handelen van de krant. Dat is opvallend, want juist de laatste jaren wordt er na ernstige incidenten steevast geroepen dat het nu maar eens uit moet zijn met dat beroepsgeheim. Of het nu om politici, advocaten, Officieren van Justitie of de pers gaat: het gemak waarmee er over privacy wordt gedacht is groot. Het lijkt soms wel, alsof we met zijn allen steeds minder waarde hechten aan een afgebakend prive-domein.
Sociale media
Dat heeft ongetwijfeld te maken met de opkomst van de televisie en, vooral, internet en de sociale media. Soms sta ik echt te kijken van de achteloosheid waarmee mensen hun vreugde en verdriet delen met onbekenden op de digitale snelweg. Het lijkt allemaal gezellig en leuk. Tot je huis een keer leeggeroofd wordt, omdat je vrolijk had rondgetwitterd dat je twee weken met vakantie bent. Of die halfdronken feestfoto op Facebook die een sollicitatie in de war gooit.
Recht op geheim
Ook als het gaat om het vergroten van de veiligheid, zijn mensen al snel bereid privacy overboord te gooien. ‘Als je niks te verbergen hebt, zit je daar niet mee’, is dan de redenering. Maar daar zit hem precies de kneep. Iedereen heeft wel wat te verbergen, en iedereen heeft ook het recht om dingen voor zichzelf te houden.
Het gaat uiteindelijk over harde uitgangspunten van onze rechtsstaat: iedereen is onschuldig, tot het tegendeel bewezen is, en niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling. De bewijslast bij een misdrijf ligt dus bij de staat, en de mogelijkheden die de staat heeft om het persoonlijk leven van mensen binnen te dringen zijn terecht aan strenge voorwaarden gebonden.
Medisch beroepsgeheim
Het medisch beroepsgeheim maakt daar onderdeel van uit. Misschien zijn we wel nergens zo kwetsbaar als bij de dokter, als het gaat om onze fysieke en geestelijke (on)gezondheid. Met onze dokter moeten we volledig vrijuit kunnen praten, anders is het stellen van een goede diagnose niet goed mogelijk. Juist vanwege dat belang van vrijuit praten, is het medisch beroepsgeheim zo’n groot goed. Wie durft er nog naar de dokter, als die zijn mond niet dicht houdt over jouw lijf?
En dat moet zelfs na de dood, zoals gold bij de schietpartij in Alphen. Iemand die is overleden, kan geen toestemming meer geven om zijn medische gegevens vrij te geven. Ouders, broers of zussen kunnen daar als erfgenaam niet zo maar over beschikken. Soms hadden mensen een slechte of geen relatie meer met hun familie, en is doorbreking van hun privacy door zulke naasten het laatste dat ze willen.
Privacy versus veiligheid
Ook in de GGZ is het medisch beroepsgeheim actueel. Met privacy als hard uitgangspunt zijn we als sector nu wel op zoek naar verheldering van wat kan en niet kan, van wat mag en niet mag. De afgelopen jaren is gebleken, dat de GGZ een belangrijke rol speelt bij het veilig houden van Nederland. Dan gaat het vooral over preventie, of met passende zorg voorkomen dat mensen in herhaling vallen. Denk aan huiselijk geweld, kindermisbruik en nazorg aan gedetineerden. Of aan mensen die onder invloed van verslaving vervallen in criminaliteit. Sinds een jaar of tien participeren GGZ-instellingen daarom steeds actiever in Veiligheidshuizen: netwerken met politie, Justitie en jeugdzorg. Juist in die Veiligheidshuizen is het delen van informatie vaak cruciaal.
Hoe essentieel GGZ Nederland het medisch beroepsgeheim ook vindt: het is van belang dat die deelname aan Veiligheidshuizen op een goede en zorgvuldige manier kan worden voortgezet. In het belang van de samenleving, maar ook van de mensen die het betreft; hun leven is vaak kapot, als zij een misdrijf plegen.
Weerbaarheid
Onze medisch specialisten en verpleegkundigen hebben daarmee een andere positie dan internisten, dermatologen of IC-verpleegkundigen. Die zien nooit een Veiligheidshuis van binnen. Daarom werkt GGZ Nederland nu aan een actuele handreiking over de toepassing van het medisch beroepsgeheim in de GGZ. Dat je mag, zelfs moet melden als er acuut gevaar dreigt, dat weet iedere medische professional. Maar wat doen we bij minder acute situaties, waarbij het gevaar wel zichtbaar wordt? Juist om onze professionals een veilige omgeving te bieden, waarbij de do’s en don’ts helder zijn afgebakend, is aanscherping van de toepassing van het medisch beroepsgeheim voor de GGZ van belang. Niet om het beroepsgeheim af te breken, maar juist om het weerbaar te maken tegen al te gemakkelijke oproepen om het maar overboord te gooien.